- Na een redelijk positief eerste kwartaal, kregen Nederlandse pensioenfondsen in april flinke klappen.
- Dat blijkt uit berekeningen van risicospecialist Aon over de dekkingsgraad van pensioenfondsen.
- De combinatie van dalende beurzen én een dalende rente in Europa pakt slecht uit voor de buffers van pensioenfondsen.
- Lees ook: Grote pensioenbelegger APG bereid om extra miljarden in Europese defensie-aandelen te steken
In het eerste kwartaal van dit jaar hielden de financiële buffers van Nederlandse pensioenfondsen behoorlijk goed stand, maar in april hebben pensioenfondsen harde klappen gekregen.
De zogenoemde dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen is in april gedaald van gemiddeld 120 procent naar 116 procent, zo blijkt uit de woensdag gepubliceerde Pensioenthermometer van financieel dienstverlener Aon.
De dekkingsgraad geeft de verhouding tussen de bezittingen (beleggingen) van pensioenfondsen en de som van de toekomstige uitkeringsverplichtingen weer. Bij een dekkingsgraad van 120 procent staat er tegenover elke 1,2 euro aan bezittingen 1 euro aan verplichtingen. Bij een dekkingsgraad van minder dan 100 procent zijn de verplichtingen dus hoger dan de bezittingen.
Aan de bezittingenkant hadden pensioenfondsen in het eerste kwartaal al wat last van een matig presterende aandelenmarkt. Echter, doordat de rente op financiële markten steeg, daalde de waarde van de uitkeringsverplichtingen. Bij een hogere rente hoeft er minder geld opzij te worden gezet om aan toekomstige uitbetalingen van pensioenen te kunnen voldoen.
Zware klappen op de beurs raken pensioenfondsen in april
In april ligt dat anders: beurzen hebben zwaardere klappen gekregen door de onrust rond de handelsoorlog van president Donald Trump. Tegelijk zijn vooral in Europa rentes op kapitaalmarkten gedaald door een vlucht naar veilige obligaties. Pensioenfondsen die vooral in Europese obligaties beleggen, voelen dit in de vorm van een stijging van de waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen.
Pensioenfondsen zijn volop bezig met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Hiervoor is het belangrijk om voldoende vet op de botten te hebben, aangezien er in het nieuwe pensioenstelsel gewerkt gaat worden met een individuele toekenning van pensioenpotjes aan deelnemers. Er moet voldoende bufferkapitaal zijn om de herindeling van de waarde van pensioenen soepel te laten verlopen.
"Met voldoende dekkingsgraad is het voor de deelnemers gunstig om in te varen en kan de afschaffing van de doorsneepremie gecompenseerd worden. Nu er toch sprake is van een neerwaartse schok, kan dit ineens anders liggen", aldus het rapport van Aon.
Een onzekerheid bij dit alles is de politieke discussie die Kamerlid Agnes Joseph van NSC heeft ontketend om deelnemers van pensioenfondsen te laten stemmen over de vraag of ze mee willen naar het nieuwe pensioenstelsel. Als er een politieke meerderheid komt voor dit voorstel, komt de hele invoering van het nieuwe pensioensysteem op losse schroeven te staan.