Hoe langer de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China voortduurt, hoe groter de schade.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kunnen alle al ingevoerde importheffingen en de recent aangekondigde extra tarieven de wereldeconomie volgend jaar 0,5 procentpunt aan groei kosten. Dat komt neer op zo’n 455 miljard dollar oftewel meer dan de omvang van de economie van Zuid-Afrika.

IMF-topvrouw Christine Lagarde zegt dat de VS en China zichzelf in de voet schieten. De schade is immers makkelijk te verhelpen door alle opgelegde handelsbarrières weer te schrappen. Ook de sancties die de VS onlangs aan Mexico oplegden vindt ze zorgelijk.

In aanloop naar de G20-top in Japan roept Lagarde de economische grootmachten op de handelsgeschillen bij te leggen en tevens stappen te zetten met het moderniseren van het internationale handelssysteem, om te zorgen dat een handelsoorlog zoals nu niet nog eens kan uitbreken. In de ogen van de IMF-topvrouw zijn bijvoorbeeld de regels bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over subsidies en intellectuele eigendomsrechten aan vernieuwing toe.

Dat de handelsoorlog gewone consumenten in de portemonnee kan raken, wordt ook steeds duidelijker. Het IMF wees er onlangs al op. Woensdag becijferde een analist van Deutsche Bank dat de Amerikaanse sancties voor Mexico de gemiddelde prijs van auto’s in de VS met zo’n 1300 dollar zullen verhogen. Mexico is een belangrijke toeleverancier voor de Amerikaanse automobielmarkt.

Hogere prijzen betekent tevens minder vraag, met als gevolg dat bedrijfsomzetten zullen teruglopen. Kredietbeoordelaar Fitch heeft uitgerekend dat een op de vijf grote, op het buitenland gerichte Mexicaanse bedrijven binnenkort met omzetterugval te maken zal krijgen.