De Nederlandse inflatie is in oktober gedaald tot 1,6 procent, het laagste niveau sinds november 2010. Goed nieuws voor spaarders.

Sinds oktober 2012 zuchtten Nederlandse consumenten onder de verhoging van het algemene tarief voor de btw, dat van 19 naar 21 procent ging. Daar kwam begin dit jaar de verhoging van de assurantiebelasting nog bij.

De doorwerking van fiscale lastenverzwaringen op consumptieve prijzen zorgde ervoor, dat de inflatie steeg naar een niveau van rond de drie procent. Dat was pakweg een procentpunt hoger, vergeleken met de hoogste rentes op variabele spaarrekeningen. De koopkracht van geld op vrij opneembare spaarrekeningen nam hierdoor af.

Inflatie oktober 2013: 1,6 procent

Maar de effecten van de hogere belastingen beginnen uitgewerkt te raken. Het inflatiecijfer over oktober laat dit duidelijk zien, met een spectaculaire daling naar 1,6 procent, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.

Een maand eerder lag de inflatie nog op 2,4 procent en in juli was dat zelfs 3,1 procent.

Naast het wegsijpelen van het btw-effect drukten ook lagere prijzen voor benzine en voedingsmiddelen de inflatie.

"Een liter euroloodvrij was in oktober 6,1 procent goedkoper dan een jaar eerder. Voeding was weliswaar 1,1 procent duurder dan een jaar eerder, maar in september was de prijsstijging op jaarbasis nog 2,3 procent", aldus het CBS.

Sparen loont weer

Met de daling van de inflatie naar 1,6 procent ligt de hoogste variabele spaarrente (1,95 procent) weer boven het niveau van de inflatie. Voor spaarders met vermogens onder de pakweg 21.000 euro tast de inflatie de koopkracht niet meer aan.

Grotere spaarvermogens die te maken hebben met de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent in box 3 hebben nog wel een rente nodig van 2,8 procent (inflatie + belasting box 3) om quitte te spelen.

Lees ook

IMF wil jouw spaargeld helemaal niet pakken

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl