De groep Nederlanders tussen de 15 en 75 die om diverse redenen niet kan of wil werken, is afgelopen jaar verder gekrompen en is kleiner dan ooit, sinds het begin van de metingen in 2003. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.

In totaal waren er afgelopen jaar 3,3 miljoen Nederlanders die niet meededen op de arbeidsmarkt. Het ging om zo’n 25 procent van alle 15- tot 75-jarigen.

In 2003 maakte de zogenoemde niet-beroepsbevolking nog ruim 30 procent uit van de 15- tot 75-jarigen. In 2021 ging het nog om 26,5 procent van de beroepsbevolking.

In de grafiek hieronder zie je de daling van het aantal niet-werkenden sinds 2003.

Het percentage Nederlanders van 15 tot 75 jaar dat buiten de beroepsbevolking valt sinds 2003.
Het percentage Nederlanders van 15 tot 75 jaar dat buiten de beroepsbevolking valt sinds 2003.
CBS

De grootste groep niet-werkenden zijn de mensen die genieten van hun pensioen of vanwege hun hoge leeftijd niet beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. Zij zijn goed voor 1,6 miljoen Nederlanders.

Het percentage van Nederlanders dat buiten de beroepsbevolking valt, daalt in de leeftijdscategorie van 45 tot 75 jaar overigens al jaren gestaag. Het CBS verklaart dit met het feit dat ouderen steeds vaker en langer blijven werken.

Binnen deze groep zijn vooral meer vrouwen gaan werken. Zo viel in 2003 nog 59 procent van de vrouwen tussen de 45 en 75 jaar buiten de beroepsbevolking, terwijl dit in 2022 nog maar 43 procent was.

Verhogen AOW-leeftijd zorgt voor meer werkenden

Het al jaren dalende percentage 65-plussers dat buiten de beroepsbevolking valt, schrijven de onderzoekers verder toe aan de afschaffing van  prepensioenregelingen zoals de vervroegde uittreding (VUT) en de verhoging van de AOW-leeftijd.

In 2015 verhoogde de overheid de AOW-leeftijd naar 65 jaar en drie maanden. In dat jaar maakte nog 82 procent van de 65-jarigen geen onderdeel van de beroepsbevolking uit.

Drie jaar later, begin 2018, kreeg je pas op 66-jarige leeftijd AOW. Het percentage niet-werkzame 65-jarigen bedroeg toen nog 64 procent. Toen de AOW-leeftijd verder steeg, daalde ook het aantal niet-werkzame 66-jarigen.

Een groep van 785 duizend Nederlanders werkte niet vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. 324 duizend Nederlanders werkten niet omdat zij een studie volgden en 279 duizend Nederlanders waren niet werkzaam vanwege de zorg voor een naaste.

LEES OOK: Van de gepensioneerde 65-plussers willen er 200.000 best weer werken: ze willen wel controle over werktijd en het moet leuk zijn