De stoere taal vliegt over en weer. De linkse politieke leider Alexis Tsipras,
wijst het bezuinigings- en hervormingsprogamma waaraan Griekenland moet
voldoen om internationale steun te krijgen
categorisch af. Aan de andere kant klinkt harde taal richting
Griekenland van de president van de Duitse centrale bank en eurocommissaris
Barroso.
Griekse politici die aansturen op verzachting van het bezuinigingsprogramma
lijken met vuur te spelen. Als de politieke impasse in juni, na eventuele
nieuwe verkiezingen, voortduurt, wordt de kans op wanbetaling en stopzetting
van het steunprogramma van de Europese Unie, het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) en Europese Centrale Bank (ECB) steeds waarschijnlijker. Een
Griekse exit uit de euro komt dan zeer dichtbij.
Schuld als drukmiddel
Toch heeft Griekenland wel degelijk een troef in handen in de discussie over
het bezuinigingsprogramma: het heeft nog zeer veel schuld uitstaan en een
groot deel van die schuld is in handen van andere Europese landen en het
IMF.
Sinds de ‘vrijwillige’ afwaardering van Griekse schuld door banken, afgelopen
maart, is het zwaartepunt van de Griekse schuld fors richting andere
overheden opgeschoven. Dat maakt de Griekse onderhandelingspositie in de
praktijk sterker.
Precieze data zijn moeilijk te krijgen. Maar in een recent rapport
van het IMF wordt het aandeel van de private sector in de Griekse
staatsschuld eind dit jaar op nog maar 42 procent geschat, tegen bijna 80
procent eind 2011. Anders gezegd: het aandeel van andere overheden in de
Griekse staatsschuld stijgt van zo’n 20 procent naar 58 procent.
Hierin is het effect van de afboeking van Griekse staatsschuld door banken
verwerkt, maar ook de uitkering van nieuwe leningen aan Griekenland via het
Europese noodfonds EFSF en het IMF. Daarbij geldt uiteraard dat bij een
Grieks faillissement van nieuwe leningen richting Griekenland geen sprake
meer zal zijn.
Griekenland failliet
Als Griekenland wanbetaler wordt, blijven de claims van andere overheden
weliswaar staan, maar de kans dat Griekenland staatsschuld terugbetaalt
neemt sterk af. Het land stort zichzelf dan waarschijnlijk in een diepe
depressie - Griekse banken gaan failliet, het land kan niet lenen op de
kapitaalmarkt en een chaotische invoering van een nieuwe drachme volgt.
Kijk je naar de bedragen die uitstaan, dan blijkt dat Griekenland via
het noodfonds EFSF tot nog toe zo'n 104 miljard euro heeft geleend. Het
IMF had eind
2011 21 miljard euro uitstaan en het blog
FT Alphaville noemt een bedrag van 40 miljard euro aan Griekse
staatsobligaties dat in is handen van de Europese Centrale Bank. Daarnaast
heeft de ECB nog forse bedragen, waarschijnlijk tientallen miljarden, aan
kortetermijn-leningen uitstaan bij Griekse banken.
Schade Nederland
Op basis van bovenstaande bedragen valt ook bij benadering aan te geven wat de
Nederlandse staat minstens kwijt zou zijn bij een volledige Griekse
wanbetaling. In een
brief aan de Tweede Kamer van maart noemt minister De Jager van
Financiën een bedrag van 3,2 miljard euro dat Nederland aan directe
bilaterale leningen heeft uitstaan bij Griekenland.
Voor het Nederlandse aandeel in de verstrekte leningen van het noodfonds EFSF
noemt het kabinet een percentage van 6,1 tot 6,2 procent. Op het aan
Griekenland uitgeleende bedrag van 104 miljard euro gaat dat om ruim 6
miljard euro die Nederland moet ophoesten als het mis gaat.
Het Nederlandse aandeel
in de standaardfinanciering van het IMF bedraagt iets meer dan twee procent.
Op aan Griekenland verstrekte IMF-gelden zou dat pakweg 460 miljoen euro
zijn. En dan zijn er nog de Griekse obligaties die de Europese Centrale Bank
bezit. Als die waardeloos worden, kan dat Nederland - op basis van het aandeel
in de ECB - naar schatting zo'n 1,5 miljard euro kosten.
Kortom, het kostenplaatje voor de Nederlandse staat bij een Grieks bankroet
komt al gauw uit op zo'n 11 miljard euro. Dat wil zeggen: Nederland kan
altijd blijven proberen deze leningen bij toekomstige Griekse regeringen te
claimen. Maar de kans is groot, dat in ieder geval een fors deel van het
geld verloren is. En op rentebetalingen en tijdige aflossing hoeft de
komende jaren zeker niet gerekend te worden.
Voor landen als Frankrijk en Duitsland gaat het om een veelvoud van de
bedragen die voor Nederland relevant zijn. Het blijft er dus om spannen wie
als eerste buigt: de Griekse politiek of de internationale schuldeisers van
Griekenland.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl