Het idee dat je als land beter af bent wanneer je met andere landen dezelfde munt deelt, is niet nieuw. Door de eeuwen heen zijn er al verschillende muntunies de revue gepasseerd.

De meeste muntunies hielden echter niet veel langer dan een jaar of 15 stand. En, geloof het of niet, Griekenland was al een keer eerder spelbreker. Ook in de Latijnse Muntunie, die van 1866 tot aan de Eerste Wereldoorlog, was
het Griekenland dat het niet al te nauw namen met de afspraken. .

Latijnse muntunie
In de Latijnse Muntunie, die in 1865 werd opgericht door Frankrijk, België, Zwitserland en Italië, spraken de leden met elkaar af dat hun munten allemaal 4,5 gram zilver of 0,290322 gram goud (verhouding 15,5:1) zouden
bevatten. Ook zouden de munten onderling uitwisselbaar zijn. In 1866 trad de unie in werking.

Net als bij de Europese Unie sloten zich binnen enkele jaren een stel andere landen aan. In 1868 kwamen Griekenland en Spanje bij de club, en een jaar later volgden Roemenië, Bulgarije, Servië, San Marino en Venezuela.

Ook deze unie kende – net als de Eurozone nu – sterke en zwakke broeders. Ook toen bleken de Grieken zich niet geheel aan de afspraken binnen de unie te houden. Snel na de toetreding van Griekenland werd Frankrijk overspoeld met drachmes die eigenlijk te weinig waard waren omdat ze te weinig zilver bevatten.

Uit de unie stappen mogelijk

Italië, nu nog een redelijk stabiel euroland, stapte zelfs tijdelijk uit de unie omdat de Italiaanse lire een te lage waarde begon te vertegenwoordigen om in de muntunie te blijven. De Italianen hadden de drukpers aangezet om
een oorlog met Oostenrijk-Hongarije te bekostigen. Toen de Italiaanse munt weer boven jan was, traden ze echter weer toe.

Omdat er geen overkoepelende centrale bank bestond met een centraal beleid, konden individuele landen op eigen houtje meer geld bijdrukken om op die manier overheden van meer geld te voorzien. Dit leidde natuurlijk weer tot
geldontwaarding, inflatie dus. En daar hadden alle landen in de muntunie dan last van. In de praktijk subsidieerden de braafste jongetjes van de klas (bijvoorbeeld Frankrijk toentertijd) de potverteerders. Uiteindelijk bezweek
deze unie aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.

Lessen muntunies

Welke lessen kunnen we uit de mislukte monetaire unies uit het verleden trekken? De economen Bordo en Jonung identificeerden op basis van historisch onderzoek enkele kritische succesfactoren voor het slagen van een monetaire unie zoals het hebben van één centrale bank. Bovendien benadrukken de economen dat de neuzen van de lidstaten politiek gezien dezelfde kant op moeten staan om een gemeenschappelijke munt een succes te maken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl