Beleggingsproducten met 100% inleggarantie zijn een schaars goed geworden.
Door de forse koersdalingen staan veel van dergelijke notes onder water,
waardoor ze voor de uitgevende banken een forse strop dreigen te worden. Als
aanbieders al garanties af durven geven, gaan deze doorgaans gepaard met
zulke strikte voorwaarden dat de belegger toch grote risico’s loopt.

Dat geldt ook voor de Dutch Plus Note, die ING binnenkort lanceert en waarvoor
je je tot 7 november kunt inschrijven.

Wat is het?

De note heeft een looptijd van vier jaar. Gedurende die periode speculeer je
op een herstel van de AEX-index; of in elk geval geen forse terugval. Voor
je uiteindelijke rendement is de waarde op de einddatum belangrijk, maar ook
het koersverloop door de jaren heen.

Wat levert het op?

Als de index de volledige looptijd boven de 65 procent van de startwaarde
blijft hangen, heb je geluk. Je krijgt dan na afloop je inleg terug, plus 45
procent rendement. Zelfs bij een lichte koersdaling levert dat - los van de
kosten - ruim 11 procent winst per jaar op.

Is de AEX-index op de einddatum meer dan 45 procent in waarde gestegen, dan
profiteer je daar volledig van. ING roomt de winst namelijk niet af.

Wat zijn de risico’s?

ING kwalificeert het product zelf als 'high risk'. En terecht. Een tijdelijke
dip kan namelijk fataal zijn. Als de AEX-index op enig moment meer dan 35
procent onder de startkoers noteert - al is het maar één seconde - vervalt
de garantie. Je loopt dan volledig koersrisico en kunt alleen nog winst
boeken als de AEX-index uiteindelijk in de plus eindigt.

Het risico dat het vangnet wordt weggetrokken is niet denkbeeldig, gezien de
forse koersbewegingen op de beurzen. Je moet je ook realiseren dat door de
lage notering van de AEX-index, verliezen nu procentueel harder aantikken
dan pakweg een jaar geleden.

Of de rust op het Damrak snel terugkeert, valt niet te zeggen. Maar de AEX
Volatility-index, een belangrijke graadmeter voor het verwachte
marktsentiment, voorspelt niet veel goeds. De lijn van deze grafiek staat
sinds twee maanden historisch hoog. Dat duidt op een zeer beweeglijke markt,
terwijl de ING-note juist gedijt bij een stabiel beursklimaat.

Het beleggingsrisico wordt nog vergroot omdat de index in slechts één markt
belegt: Nederland.

Wat kost het?

ING brengt eenmalig 4,5 procent distributie- en structureringskosten in
rekening. Deze zijn in de uitgifteprijs verwerkt. Op jaarbasis bedragen de
kosten ongeveer 1,1 procent. Dat is vergelijkbaar met een beleggingsfonds.

Een bijzonder aandachtspunt is trouwens de relatief hoge minimuminleg, van
1.000 euro per participatie.

Kun je van je stukken af?

Voor de note is geen beursnotering aangevraagd, maar het product wordt volgens
ING straks wel dagelijks verhandelbaar, tegen een bied-laatspread van 1
procent. ING zorgt voor een liquide markt.

Wat zijn de alternatieven?

Geloof je in een opleving van de AEX-index, dan kun je ook in de
hoofdgraadmeter beleggen via een zogeheten indextracker. Dit is een soort
beleggingsfonds dat de onderliggende index één op één volgt. Zo’n tracker
biedt geen bescherming tegen koersdalingen tot 35 procent, maar je kunt wel
zelf bepalen hoeveel je inlegt. Ook is een tracker op jaarbasis ongeveer de
helft goedkoper dan de ING-note. Bovendien strijk je eventuele
dividendbetalingen op.

Al met al heeft ING met dit product vooral zichzelf goed ingedekt. Het
neerwaartse risico ligt grotendeels bij jou.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl