Dat blijkt uit een rondgang van de NOS. Nog maar vier gemeenten zeggen dat ze
financiële steun bieden aan de clubs. Drie jaar geleden waren dat er nog
zestien.
Bij het onderzoek, dat werd gedaan aanleiding van het faillissement van
Veendam en AGOVV en de verscherpte controle door de Europese Unie, is aan 31
gemeenten met een club in het betaald voetbal gevraagd hoe ze denken over
steunverlening. Daarvan deden er 29 mee aan, Den Bosch en Almere reageerden
niet.
Enschede, Maastricht, Dordrecht en Helmond zijn de enige vier steden die
aangeven dat ze hun profclub ondersteunen. Zij geven een (hypothecaire)
lening of een garantstelling. Enschede is het ruimhartigst met het verlenen
van een hypotheek ten behoeve van het stadion van FC Twente. Maastricht
heeft in 2010 een schuld van 1,7 miljoen euro van MVV kwijt gescholden.
In 2010 gaven zestien voetbalgemeenten (28 van de 34 voetbalsteden deden toen
mee) aan dat ze op een of andere manier geld hadden gestoken in de profclub.
,,Voor de clubs betekent deze terugtrekkende tendens dat zij hun eigen broek
moeten ophouden", zegt voetbaleconoom Pieter Nieuwenhuis. ,,Dat kunnen
clubs ook, maar als het gaat om accommodatie is er een samenwerkingsverband
met een aantal instanties nodig waaronder de overheid."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl