Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vorig
jaar waren er in Nederland 1,5 miljoen moeders met kinderen jonger dan
dertien jaar. Slechts tien procent van hen had een voltijdbaan, de helft
werkte in deeltijd en ongeveer een derde werkte niet.

Van de moeders die niet werkten, zou een derde wel een betaalde baan
willen hebben. Tien procent van de in deeltijd werkende moeders zou wel meer
uren willen werken. Bij elkaar betekent dit dat een op de vijf moeders die
niet werken of een deeltijd baan hebben, wel meer uren zou willen werken.

Als reden om toch niet meer uren te gaan werken, werd in het onderzoek van het
CBS het vaakst gezegd dat het niet lukte om meer uren te krijgen c.q. een
baan van de geschikte omvang te vinden. Maar heel weinig vrouwen gaven aan
niet meer te gaan werken vanwege een tekort aan kinderopvang of de kwaliteit
van de geboden opvang. Het niet goed aansluiten van schooltijden werd ook
maar zelden genoemd.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl