Behalve zes grote steden maken maar weinig gemeenten gebruik van hun bevoegdheden om de kwaliteit van het taxivervoer te verbeteren. Dat schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur en Milieu) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Dat kleine steden de taxibranche met rust laten. komt omdat hier de straattaxiproblematiek niet urgent is. Verder heeft het te maken met de extra kosten die verbonden zijn aan het handhaven van de taxiregels. Hiervoor kan of wil de gemeente niet altijd de dekking vinden, aldus Mansveld.

Met de taxiwet hebben de gemeenten sinds najaar 2011 extra mogelijkheden om extra kwaliteitseisen te stellen aan de taxi’s. Hierdoor kunnen misstanden in deze sector beter worden aangepakt.

Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Enschede zijn aan de slag gegaan om de wet om te zetten in een nieuwe taxiverordening. Alleen in de hoofdstad is de verordening inmiddels van kracht. De andere steden volgen nog. Utrecht verstrekt tegenwoordig keurmerken aan taxi’s en Eindhoven denkt nog na welk beleid het beste bij de stad past.

Deze grote steden kunnen met de wet in de hand taxichauffeurs verplichten zich aan te sluiten bij geregistreerde taxiorganisaties. De chauffeurs krijgen dan een taxipas. In Amsterdam wordt stevig op handhaving ingezet en uit een recente controle blijkt de sector zich aan de regels te houden. De hoofdstedelijke taxibranche heeft een slechte naam. Zo weigerden chauffeurs korte ritjes of reden ze om.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl