Econoom Paul de Grauwe is duidelijk over de strategie die de Europese Unie moet volgen bij de Brexit-onderhandelingen: geen speciale deal voor het Verenigd Koninkrijk.
Paul de Grauwe is hoogleraar aan de prestigieuze London School of Economics en heeft een duidelijke mening over wat de overblijvende landen van de Europese Unie moeten doen bij de onderhandelingen over de Brexit.
De keuze voor de Britten bij een vertrek uit de Europese Unie moet zijn: het Noorse model of de regels van de Wereldhandelsorganisatie.
Anders gezegd: geen speciale deal waarbij de Britten de kersen uit de taart kunnen pikken en minder welgevallige aspecten van de Europese Unie kunnen uitsluiten, zo stelt De Grauwe in een video-interview met discussieplatform Me Judice.
Brexit: speciale deal voor VK
Belangrijkste argument tegen een speciale overeenkomt met de Britten is volgens De Grauwe dat dit de poort opent naar uittreding van andere EU-landen die op hun beurt speciale deals zullen eisen. “Dat leidt tot desintegratie van de EU. Je wilt geen compromissen sluiten, dan kun je het geheel opdoeken.”
De Britten kunnen wat betreft de Belgische econoom kiezen voor aan de ene kant het Noorse model: volledige toegang tot de interne markt, maar ook acceptatie van het vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen. Dit betekent ook: bijdragen aan de EU-begroting zonder dat je invloed hebt op de regelgeving.
Alternatief is het zogenoemde WTO-model (World Trade Organisation). Daarbij is een land geheel soeverein wat betreft het afsluiten van handelsverdragen en is er geen bijdrage aan de EU-begroting.
Maar, zo stelt De Grauwe, de WTO-regels gaan vooral over de goederenhandel. Voor diensten is vrijwel niets geregeld en dit betekent dat het voor het Verenigd Koninkrijk zeer lastig zal zijn om op dat gebied gelijke toegang te houden tot de Europese Unie, een voor de Londense City cruciale kwestie.
Zie het video-interview van Me Judice met Paul de Grauwe.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl