De gezondheid van een onderneming wordt uitgedrukt in cijfers. Maar gebruik je wel de juiste (financiële) ratio’s of is het tijd voor een andere meetlat? Nieuwe maatstaven kunnen nieuwe inzichten opleveren. Ratio’s, kengetallen, en benchmarks vertellen iets over de gezondheid van de onderneming. Veranderingen binnen de onderneming of de markt kunnen echter vragen om nieuwe of aangepaste ratio’s.
Neem het voorbeeld van de Amerikaanse telefoonaanbieder Bell Telephone. De monopolist splitste zich in de jaren ’80 op aandringen van de overheid op in diverse kleine bedrijven. Twee daarvan startten vanuit een vergelijkbare positie op de markt voor mobiele telefonie, maar behaalden heel verschillende resultaten. BellSouth floreerde, US West deed het veel minder goed.
Verkeerde ratio’s
Dat komt mede door de keuze van de verkeerde ratio’s, concludeert strategie en innovatie professor Nathan Furr van Stanford op basis van jarenlang onderzoek. Furr ontdekte een groot verschil in de maatstaven waar de bedrijven hun aandacht op richtten. US West stuurde de bedrijfsstrategie aan op dezelfde klassieke ratio’s – zoals return on investment (ROI) en discounted cash flow (DCF) – als het oorspronkelijke moederbedrijf. ‘De verkeerde maatstaven om te gebruiken in onzekere omstandigheden’, zegt Furr in zakenblad Inc. BellSouth zocht daarentegen naar ratio’s die meer pasten bij een nieuw innovatief bedrijf. Zo richtte het zich op het meten en verbeteren van klantenbinding.
Winst per werknemer
Volgens Furr vraagt innovatie binnen bedrijven om andere standaards. Hij is niet de enige, in steeds meer bedrijven zien de financieel specialisten hoe ‘nieuwe’ ratio’s betere inzichten opleveren. Bijvoorbeeld over de inzet van talent. Veel van de waarde komt in bedrijven voort uit moeilijk meetbare zaken als kennis, netwerk, onderzoek en training.
De winst per werknemer is een goede maatstaf om te meten of de kennis effectief wordt ingezet. Een lage winst per werknemer ten opzichte van vergelijkbare bedrijven is een slecht teken. Het laat zien dat de kennis in de onderneming niet optimaal wordt ingezet. Bovendien worden deze data ook steeds vaker gebruikt om bijvoorbeeld een gedegen afweging te maken over de inzet van robots, of juist hoger gekwalificeerd personeel.
Duurzame ratio’s
Hoewel het belang van MVO in de meeste bedrijven wel is doorgedrongen, is het meten van het (financiële) effect ervan lastig. Een begin is de zogeheten ecologische voetprint. Dit is een getal dat hypothetisch weergeeft hoeveel hectare een bedrijf in een jaar gebruikt op basis van de grondstoffen, consumptie en afvalproductie. Hoe kleiner de impact van de onderneming op de aarde, hoe beter.
Niet uit maatschappelijk belang alleen overigens. De mate van duurzaamheid geeft ook informatie over de risico’s die een onderneming loopt. Bijvoorbeeld door de mogelijk hogere belasting op afvalstromen. Het levert het bedrijf ook een voorsprong op de concurrentie op. Niet alleen voor klanten, maar ook voor andere stakeholders zoals werknemers en aandeelhouders.
Waarde van vervuiling
PostNL haalt al jaren een hoge positie binnen de sector in de Dow Jones Sustainability Index. Een voor (institutionele) beleggers belangrijke duurzaamheidsindex. Onder andere door de vermindering van de CO2-uitstoot door de investering in energiezuinige gebouwen en vrachtwagens. Financiële obstakels zijn er ook, weet PostNL CFO Jan Bos. Zo zette hij kanttekeningen bij het toekennen van waarde aan vervuiling, in vakblad Executive Finance: ‘Hoe belangrijk is het dat je weet wat de prijs van fijnstof is?’ Volgens Bos moeten ratio’s vooral de vooruitgang laten zien. ‘Het doel van een rapportage is verslag uitbrengen aan stakeholders van onze vorderingen op het gebied van duurzaam ondernemen. Het is een middel, geen doel op zich.’
Dit is het derde artikel in een reeks van De Maand van de financial. De Maand van de financial wordt mogelijk gemaakt door Inspireert Beter Ondernemen. Dit platform vol tips en artikelen is een initiatief van AFAS Software.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl