Toyota en Honda zetten in op waterstofauto’s als milieuvriendelijk alternatief voor benzinewagens en diesels. Maar het gebrek aan tankstations lijkt een doorbraak vooralsnog in de weg te staan.

Waterstofauto’s staan in de schijnwerpers op de Tokyo Motor Show, die donderdag van start gaat in de Japanse hoofdstad.

Toyota zal daar de FCV Plus onthullen, het kleine broertje van de Mirai, de auto met brandstofcel die sinds dit jaar in een vijftal landen te koop is. De FCV Plus is extra bijzonder, omdat de auto ook op het stroomnet van je huis aangesloten kan worden. Zo kun je de opgewekte energie gebruiken om de energierekening te drukken.

Ook Honda laat deze week een nieuwe waterstofauto zien: de FCV. De wagen, die voorlopig alleen nog een codenaam heeft, heeft volgens de fabrikant een actieradius van 700 kilometer, een stuk meer dan de 480 kilometer van de Mirai. Ook de Honda FCV kan als noodgenerator voor het huis worden ingezet.

Waterstof-maatschappij

De ambities van Toyota en Honda op het gebied van waterstofauto’s komen overeen met die van het Japanse kabinet, schrijft Bloomberg. In samenwerking met de industrie wil premier Shinzo Abe van het land een “waterstof-maatschappij” maken, waarbij bussen, auto’s en huishoudens draaien op energie uit brandstofcellen. Grote voordeel: de uitstoot bestaat alleen uit waterdamp.

De regering deelt forse subsidies uit om het gebruik van waterstofceltechnologie te stimuleren. Zo krijgen kopers van de Mirai ongeveer een vierde van de catalogusprijs (omgerekend zo'n 50.000 euro) vergoed.

Ook trekt Abe geld uit voor de bouw van tankstations voor waterstofauto's. Want in tegenstelling tot elektrische auto’s, die op de oprit of parkeerplaats aan het stopcontact kunnen, is het bijvullen van een waterstofauto thuis niet mogelijk.

Te weinig tankstations

Maar er is een probleem: de constructie van waterstoftankstations loopt achter op schema. In maart van dit jaar zijn er 81 gebouwd in Japan, waar dat er honderd hadden moeten zijn. Ook in Duitsland en Groot-Brittannië heeft de bouw vertraging opgelopen. Dat betekent dat Toyota en Honda waarschijnlijk minder emissievrije auto's zullen verkopen dan gepland.

Het is een kip-eiverhaal. Als er te weinig tankstations zijn, zullen mensen minder snel een waterstofauto aanschaffen. En als er te weinig waterstofauto's zijn, is het voor pomphouders financieel niet interessant om de brandstof aan te bieden.

Autorit goed plannen

Het gebrek aan tankstations zorgt voor praktische problemen, zo blijkt uit de ervaringen van de 63-jarige autojournalist Hiroshi Matsushita. Hij rijdt sinds dit voorjaar rond in een Toyota Mirai, naar eigen zeggen zijn droomauto, en moet de tripjes naar het dichtstbijzijnde tankstation in Tokio goed plannen. Te meer omdat de locatie slechts geopend is van negen tot vijf.

"Met de Mirai moet je niet alleen weten hoe je moet rijden, je moet ook georganiseerd zijn", zegt Matsushita tegen Bloomberg. "Ik moet elke dag mijn hersens breken om op tijd bij een waterstoftankstation te zijn." Dat is volgens hem het nadeel dat de eerste generatie Mirai-bezitters zal moeten accepteren.

Waterstofauto's een zeldzaamheid

Auto's met brandstofcellen zullen de komende jaren een zeldzaamheid blijven op de weg, voorspelt Bloomberg New Energy Finance. Het onderzoeksbureau denkt dat er in 2018 in Japan 4.200 waterstofauto's rondrijden, vergeleken met 2.300 in de VS, 1.200 in Europa en 700 in Zuid-Korea.

De Nederlandse regering wil de komende vijf jaar tot tweeduizend waterstofauto's op de weg krijgen. Dan moeten er volgens de plannen wel nog een twintigtal tankstations bijkomen. Het enige openbare waterstoftankstation in Nederland staat momenteel langs de A15 onder Rotterdam.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl