De leiders beloofden hun markten verder open te stellen voor internationale
handel en om economisch protectionisme te bestrijden. Om dat te bereiken,
moet volgend jaar eindelijk een akkoord worden gesloten over een nieuw
vrijhandelsakkoord binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO. De
onderhandelingen daarover lopen al sinds 2001.

Bescherming eigen landbouwsector
Een jaar geleden strandde een ultieme poging om een akkoord te bereiken op
onenigheid tussen India en de Verenigde Staten. Dat ging over de mate waarin
arme landen hun eigen landbouwsector mogen beschermen tegen een onverwachte
toename van de import van landbouwproducten.

De leiders van de G8, die bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Canada,
Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Rusland, spraken met hun
ambtsgenoten van China, India, Brazilië, Zuid-Afrika, Mexico en Egypte. De
handelsministers van deze landen komen in september, in de aanloop naar de
volgende G20-conferentie, bij elkaar om de onderhandelingen over het
vrijhandelsakkoord voor te bereiden.

Geen kunstgrepen met valuta
De betrokken landen spraken verder af dat ze de waarde van hun munteenheid
niet kunstmatig zullen verlagen om de eigen concurrentiepositie te
verbeteren. Vooral de Verenigde Staten beschuldigden China er de afgelopen
jaren meermaals van de waarde van de yuan te drukken om de eigen export te
stimuleren.

China riep tegelijkertijd op tot de vorming van een stabieler monetair
systeem, dat minder afhankelijk is van de dollar. "Daarmee zouden we de
wisselkoersen van de belangrijkste munten kunnen stabiliseren en een
diverser en rationeler systeem kunnen stimuleren", stelde de Chinese
raadsman Dai Bingguo na het overleg.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl