Ethiek lijkt een terugkerend thema in het werk van journalist Joris Luyendijk. Het meest opvallend in zijn recente boek Dit kan niet waar zijn, waarin hij de resultaten van zijn interviews met ruim tweehonderd bankiers optekende: hebben zij wat geleerd van de crisis in 2008?

“Als je je aan de regels houdt, ben je in mijn beleving nog niet ethisch. Dat is gewoon elementair fatsoen”, zegt Luyendijk. “Ethiek is iets extra’s. Dat je mensen behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden. Ethiek is goede dingen doen die je niets opleveren, anders is het gewoon slim zakendoen.”

In 1992 was Joris Luyendijk student-assistent bij een professor economische ethiek. Zijn definitie was: ‘Ethiek begint waar de regels ophouden’.

“Het draait erom dat je dingen niet doet die je officieel wel mag doen, maar die niet oké zijn. En dat je dingen wel doet die niet hoeven, maar die wel oké zijn”, aldus Luyendijk. Hij geeft een voorbeeld uit het verkeer. “Stoppen voor een rood stoplicht heeft niets met ethiek te maken. Dat doe je volgens de regels. Maar een oud vrouwtje helpen zodat ze veilig kan oversteken, daar begint de ethiek.”

Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden

Maar waar ligt nu de grens tussen ethisch en onethisch? Als je de regels overtreedt, dan is het duidelijk, dan zit je fout. Maar hoe zit het binnen de regels?

“Ook daar zie je onethisch gedrag. Een kleine ondernemer een rentederivaat verkopen, terwijl je weet dat hij er geen bal van snapt. Of een woekerpolis aan de man brengen, terwijl je weet dat het een grote zak met stront is. Volgens de regels valt je niets te verwijten, maar het klopt totaal niet.”

Het mag wel, maar het deugt niet is dan ook de titel van een boek van Stevo Akkerman, journalist van Trouw. Luyendijk: “Een goede test is altijd het simpele inzicht uit de Bijbel of de Koran: behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden. Stel jezelf de vraag: ‘Wat als ik aan de andere kant van deze deal had gezeten? Was ik dan oprecht geholpen?’ Uiteindelijk is dat waar het om draait.”

Belasting betalen is een privilege

Mag je dan nooit de regels overtreden? “Bij belasting betalen is ontduiken illegaal, ontwijken is slimmer zijn dan de wetgever. Als concurrenten het doen, en jij doet het als enige niet, dan ga je failliet. Bedrijven zijn soms machtiger dan de Belastingdienst, want ze kunnen iedere getalenteerde belastingjurist vier keer zijn salaris bieden om de gaten in de wet aan te wijzen. Geen enkele wet is perfect sluitend. Maar: ik zou iedereen uitnodigen om een week in Somalië of Jemen te zitten, landen waar niemand belasting betaalt. Het is een privilege om in een land te wonen waar je belasting mág betalen.”

In een zo gereguleerde samenleving als de onze zijn we geneigd te denken dat ‘de regels er wel voor zullen zorgen dat we ethisch handelen’. “In de supermarkt ga je niet uitzoeken of een product er ethisch verantwoord terecht is gekomen. Je gaat ervan uit dat er geen kinderarbeid of zware verontreiniging voor nodig was. Onze samenleving hangt aan elkaar van het vertrouwen dat er volop ethiek in de regels zit.”

Maar waarom blijven we dan toch goedkope kleding bij H&M kopen, zonder iets te weten over de arbeidsomstandigheden van de medewerkers die ze maakten? “Veel dingen mag H&M ook niet. Dat is wel wat we bereikt hebben. Kinderarbeid is in Nederland nog maar honderd jaar terug afgeschaft. Inmiddels maken we ook wereldwijd stappen. Onze samenleving is ethischer geworden; wetten zijn verbeterd en verbieden allerlei vormen van uitbuiting die vroeger nog normaal waren. De bankiers waren zelf geen slechte mensen, maar zaten in een slecht systeem.”

Ethiek in de bankensector en de journalistiek

Luyendijk kwam in de Britse bankenwereld niet alleen bankiers tegen die de regels aan hun laars lapten: “Het lastige was: in de crisis zijn niet zo heel veel regels overtreden. Wat verwijten we de bankiers nou precies? Ze mochten met 180 kilometer per uur door een woonwijk rijden met een grote met chemicaliën gevulde vrachtwagen. Alles in naam van de deregulering, liberalisering en globalisering. De regels waren zo gemaakt dat dit soort situaties werd toegestaan. De bankiers waren zelf geen slechte mensen, maar zaten in een slecht systeem.”

Komt Luyendijk ook ethische kwesties in de journalistiek tegen? “Vooral als het gaat om zelfbescherming van geïnterviewden. Als iemand heftige uitspraken doet en ik verwacht dat diegene daar gedoe mee krijgt, vraag ik altijd of iemand zeker weet dat hij dat in de krant wil hebben. Dat vind ik ethisch. Mensen hebben soms zelf geen ervaring met de media en hebben geen idee hoe die zich tegen je kunnen keren. Ik waarschuw altijd een paar keer. Aan de andere kant: mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen leven, en het nieuws kan ook overwaaien.”

In zijn boek Het zijn net mensen beschreef Luyendijk hoe de media ons een gefilterd, vervormd en gemanipuleerd beeld van het Midden-Oosten geven.

“Eigenlijk vond ik dat ik zelf niet zo open was geweest over alle beperkende omstandigheden waaronder ik werkte, waardoor ik de indruk wekte dat ik veel meer wist dan ik vertelde. Journalistiek is er om het verhaal van alle groepen in de maatschappij recht te doen, maar dat heeft meer te maken met professionaliteit dan met ethiek. Het getuigt gewoon van goed fatsoen om ervoor te zorgen dat iedereen een beschrijving krijgt waarin hij zichzelf herkent.”

Aandeelhouders de boosdoener

Welke bedrijven goed bezig zijn, vindt hij lastig te beoordelen. “In het algemeen zal het voor een bank als Triodos veel makkelijker zijn om netjes te zijn, omdat ze geen aandeelhouders hebben. Ik probeer er wel op te letten bij mijn keuze voor een bedrijf. Zo ontwijk ik Starbucks als het even kan, omdat die oneerlijk concurreren: het koffiemannetje om de hoek betaalt wel belasting en Starbucks niet, dat is niet eerlijk.”

In de basis gaat het volgens Luyendijk mis als er aandeelhouders in een onderneming zitten. “Die bevinden zich op grote afstand, eisen zoveel mogelijk rendement en zijn niet aansprakelijk. Als Shell de hele atmosfeer volpompt met CO2 is de schade niet verhaalbaar op de aandeelhouders. Dat is een door en door ziek en onverantwoord model. Als je de aandeelhouders aansprakelijk zou maken is het een ander verhaal.”

“In een kapitalistisch land als het onze is het aan de consument om te beslissen: als die het niet belangrijk vindt, gebeurt er niets. Unilever doet het goed, maar wordt bijna overgenomen door Kraft. Die denken: ethiek en duurzaamheid zijn prachtig, maar als we dat wegsnijden is er veel meer winst te halen. Consumenten zijn schizofreen: aan de ene kant spreken ze schande van een bedrijf dat niet ethisch is. Vervolgens staan ze zelf in de winkel en handelen ze er niet naar. Als consumenten het milieu vooropzetten, moeten bedrijven wel reageren.”

Niet succesvoller, wel gelukkiger

Bedrijven die onethisch handelen hebben nog steeds bestaansrecht, denkt Luyendijk. Nice guys finish last. Het bedrijf dat niet ethisch is, is het meest winstgevend. “Dat is de makke: het kost geld en levert niets op. Je kunt hopen dat consumenten besluiten om meer uit te geven aan de ethische variant, maar dat doet slechts een paar procent. Vertrouwen op individuele keuzes van consumenten is de langzaamste route die je kunt nemen. Verbieden gaat veel sneller. Net zoals spuitbussen met drijfgas verboden zijn met als doel de ozonlaag niet aan te tasten.”

Wat levert ethisch gedrag dan op? “Je wordt er niet succesvoller van, wel gelukkiger. Dat is de beloning die ethisch ondernemen geeft. Als je het goede doet, voel je je ook beter. Als je als ondernemer je medewerkers goed behandelt, kijk je ‘s morgens met meer voldoening in de spiegel.”

Dit is het eerste artikel in een reeks van de Maand van Ondernemen met moreel kompas. De Maand van Ondernemen met moreel kompas wordt mogelijk gemaakt door Inspireert Beter Ondernemen. Het platform van AFAS Software met de dagelijkse portie inspiratie voor financieel professionals, accountants en HR.