Twee schilderijen van Rembrandt die in het bezit zijn van een Franse bankiersfamilie komen waarschijnlijk terug naar Nederland. De aankoop moet mede gefinancierd worden door rijke particulieren, die een extra belastingvoordeel krijgen.

Het kabinet is bereid de helft van de benodigde 160 miljoen op tafel te leggen voor de huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit. De andere helft komt voor rekening van het Rijksmuseum in Amsterdam, dat zegt ,,alles op alles te zetten” om het geld bijeen te krijgen. Minister Jet Bussemaker (Cultuur) laat weten er vertrouwen in te hebben dat de deal rondkomt.

Over de verkoop van het cultureel erfgoed is de afgelopen weken onderhandeld. De werken waren de afgelopen jaren eigendom van de Franse tak van de bankiersfamilie Rothschild. Op verzoek van een groot deel van de Tweede Kamer heeft het kabinet de helpende hand toegestoken.

Aankoop topstukken Rembrandt

Minister Bussemaker zei maandagochtend voor BNR Nieuwsradio dat het ,,voor ons van het allergrootste belang is dat deze twee schilderijen die nu in privébezit zijn in publiek bezit komen, zodat ze voor het hele publiek toegankelijk worden en ook in Europa blijven. En dan natuurlijk het liefst bij de andere schilderijen van Rembrandt en die huizen in het Rijksmuseum”.

,,Kunst is natuurlijk wel een collectief bezit en als een overheid zich daar helemaal niet mee bemoeit kan het zo gebeuren dat dit soort schilderijen naar een rijke oliestaat gaan. Dat zou ik zeer onwenselijk vinden”, zei de minister.

Rijke particulieren financieren mee, met fiscaal voordeel

Van de 80 miljoen euro die het Rijksmuseum zelf bijeen moet brengen komt naar verwachting 12,5 miljoen euro uit eigen fondsen. Voor de overige 67,5 miljoen euro wil het Rijksmuseum tien tot twintig vermogende particulieren werven die bedragen van vijf, tien of zelfs 20 miljoen kunnen inleggen, zo laat directeur Wim Pijbes weten aan het Financieele Dagblad.

Om de co-financiering van de aankoop aantrekkelijk te maken voor vermogende particulieren wordt een bestaande regeling voor de erfbelasting verruimd met goedkeuring van het ministerie van Financiën, aldus het FD.

Momenteel is het mogelijk om de erfbelasting met kunst te betalen tegen een maximum van 120 procent van de geschatte waarde op het moment dat de belasting moet worden betaald. Deze regeling geld echter alleen als de kunst ongedeeld eigendom is van degene die een erfenis nalaat of ontvangt.

Voor de aankoop van de stukken van Rembrandt wordt gekeken of deze regeling uitgebreid kan worden naar kunstvoorwerpen die gedeeld eigendom zijn.  Bij overlijden van de huidige co-financiers kunnen erfgenamen dan voordelig afrekenen met de fiscus.

Directeur Pijbes van het Rijksmuseum stelt verder tegenover het FD, dat over de vermogende particulieren over het bedrag dat zij inleggen voor de co-financiering van de Rembrandts geen vermogensrendementsheffing hoeven te betalen in box 3 van de inkomstenbelasting.

bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl