De commissie rondde op 9 december 5 weken van verhoren af. Bestudering van al het materiaal in de afgelopen 2 weken heeft geleid tot het besluit alsnog een aantal betrokkenen op te roepen. Wie dat zijn wordt pas in januari bekendgemaakt.
De nieuwe verhoren zullen zich toespitsen op de hoogte van het bedrag waarvoor de Nederlandse staat Fortis/ABN en verzekeraar ASR overnam. Volgens sommigen was de 16,8 miljard euro die toenmalig premier Jan Peter Balkenende en minister Wouter Bos van Financiën neerlegden aan de hoge kant.
Acceptabel
Volgens Balkenende, die uiteindelijk in een tête-à-tête met de Belgische premier Yves Leterme op het bedrag van 16,8 miljard uitkwam, was de prijs ,,alleszins verdedigbaar en aanvaardbaar”. Bos noemde het bedrag ,,goed en acceptabel”. Hij was de onderhandelingen ingegaan met de inzet om tussen de 12 en 20 miljard euro uit te komen.
Na de koop moest de staat nog fors meer geld in ABN steken om de bank overeind te houden. Inmiddels is de teller opgelopen tot 30 miljard euro.
Later stadium
Huidig minister Jan Kees de Jager van Financiën, toen staatssecretaris, zei in zijn verhoor dat het ministerie niet op de hoogte was dat er later nog eens een bedrag van in elk geval 6,5 miljard euro in de activiteiten moest worden gestoken. Volgens De Jager hadden de adviseurs van zakenbank Lazard niet gewezen op een tegenvaller in een later stadium.
Mogelijk wil de enquêtecommissie ook bankiers van Lazard horen over de onderhandelingen. Daar werkte indertijd in elk geval één Nederlanders die zou kunnen worden opgeroepen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl