De Nederlandse economie is in de maanden april, mei en juni met 8,5 procent gekrompen ten opzichte van de drie maanden ervoor. Dat is de grootste krimp ooit gemeten door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De recorddaling is voor meer dan de helft het gevolg van huishoudens die minder hebben uitgegeven. Verder namen ook de investeringen en de invoer en export sterk af.

Het aantal banen maakte ook een recorddaling door. In het tweede kwartaal zijn er 322.000 banen verdwenen.

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal hard getroffen door de coronacrisis.

Het bruto binnenlands product daalde in die periode van drie maanden met 8,5 procent ten opzichte van een kwartaal eerder, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een eerste berekening. Een dergelijke krimp is volgens het statistiekbureau niet eerder gemeten.

De krimp is voor meer dan de helft toe te schrijven aan de sterk gedaalde consumptie door huishoudens. Die gaven in het tweede kwartaal 10,4 procent minder uit. 

Nederlanders gingen minder naar bijvoorbeeld restaurants, pretparken en theaters gingen, maar maakten ook minder gebruik van het openbaar vervoer door thuiswerken. Uitgaven aan onder meer telefoon- en internetabonnementen en verzekeringen stegen juist.

Verder namen ook de investeringen en de invoer (8,3 procent) en export (9,8 procent) sterk af.

De Nederlandse krimpt valt mee vergeleken met andere eurolanden

De krimp in Nederland was wel kleiner dan gemiddeld in de eurozone en in de ons omringende landen zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België.

Het Europese statistiekbureau Eurostat schatte eind juli dat het bbp in eurolanden met 12,1 procent is gekrompen in het tweede kwartaal, en met 11,9 procent in de hele EU. De economie van het Verenigd Koninkrijk werd 20,4 procent kleiner, Duitsland kromp ruim 10 procent en België ruim 12 procent.

Toch noemt CBS-econoom Peter Hein van Mulligen de krimp van de Nederland economie "ongekend, of duizend synoniemen voor dat woord".

Van Mulligen constateert wel dat er inmiddels wat kleine lichtpuntjes aan te wijzen zijn. Zo ging het in het loop van het kwartaal sectoren wat beter dan in het begin. "Maar corona is er nog steeds, dus de problemen zijn nog niet voorbij", zo waarschuwde hij.

Grootste krimp sinds de eerste meting van de kwartaalgroei in 1987

De kwartaalcijfers economische groei zijn vanaf 1987 beschikbaar en de grootste kwartaal-op-kwartaaldaling tot nu was de 3,6 procent in het eerste kwartaal van 2009 ten tijde van de financiële crisis.

Volgens de huidige eerste berekening was de economie overigens 9,3 procent kleiner dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. De grootste krimp jaar op jaar tot nu toe was de 4,6 procent in het tweede kwartaal van 2009.

De door corona getroffen bedrijfstakken maakten een ongekende krimp door, constateerde het CBS, en dan vooral de handel en de horeca. Maar ook het beeld van de luchtvaart en luchtvaartdiensten was gitzwart, aldus de economen.

Verder valt de grote krimp van de zorg op, omdat door de coronacrisis per saldo minder gezondheids- en zorgdiensten werden geleverd omdat veel afspraken werden geannuleerd.

In de zakelijke dienstverlening kreeg de uitzend- en reisbranche harde klappen. Verschillende bedrijfstakken, zoals cultuur en recreatie en sport, werden grotendeels stilgezet.

De coronacrisis hakt er ook in op de arbeidsmarkt

CBS-econoom Van Mulligen stipte in een toelichting ook de negatieve gevolgen van de coronacrisis op de arbeidsmarkt aan, met de grote banenkrimp en de toename van het aantal werklozen.

In het tweede kwartaal zijn er 322.000 banen verdwenen. "Een ongekende afname", concludeert het statistiekbureau, dat ook melding maakt van een fors opgelopen werkloosheid.

Volgens het CBS is duidelijk sprake van een omslag. Tot en met het eerste kwartaal van dit jaar nam het aantal banen nog gestaag toe en hadden steeds meer mensen een baan. In een tijdsbestek van drie maanden steeg het aantal werklozen daarna met ruim een kwart tot 349.000.

Het dieptepunt na de vorige economische crisis werd bereikt in het eerste kwartaal van 2014. Sindsdien nam het aantal banen met 1,1 miljoen toe tot recordhoogte en daalde het aantal werklozen van bijna 700.000 tot 277.000 in het eerste kwartaal dit jaar.

Vooral in de uitzendbranche vielen de afgelopen maanden harde klappen. Hier was sprake van een daling van het aantal banen met 130.000, oftewel 17 procent. Volgens het CBS is een dergelijke daling nog niet eerder voorgekomen. Ook in de handel, horeca, vervoer en zakelijke dienstverlening was het raak.

Van het eerste op het tweede kwartaal daalde het aantal flexwerknemers met 119.000. De daling betrof grotendeels mensen die minder dan een half jaar in dienst waren. Tussen ouderen en jongere werknemers was nauwelijks verschil.

Het CBS benadrukt dat de impact van de crisis op de werkgelegenheid mogelijk nog groter is. Dit omdat in veel gevallen mensen het moesten doen met minder uren. Volgens het CBS werden in het tweede kwartaal bij benadering dik 6 procent minder uren gemaakt.

Aan het einde van het tweede kwartaal waren er 26.000 vacatures minder dan een kwartaal eerder. In een half jaar tijd is het aantal openstaande vacatures met 30 procent afgenomen.

Door de afname van het aantal openstaande vacatures en het oplopend aantal werklozen is de spanning op de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal afgenomen tot 57 vacatures per 100 werklozen. Een kwartaal eerder waren dat er nog 81.