Een oponthoud bij de financiering van het park dreigt het definitieve
faillissement te worden van Econcern, voorspellen bronnen uit de
energiewereld. "Het is een van de belangrijkste kurken waar het bedrijf op
dreef", aldus een ingewijde. Sinds vorige week verkeert Econcern, een in
Utrecht zetelende ontwikkelaar van duurzame energieprojecten, in surseance.
Geen akkoord lening
Een woordvoerder van Econcern bevestigt dat er nog geen "financial close" is
bereikt. Een van de belangrijkste geldschieters, de Europese
Investeringsbank (EIB), heeft nog geen definitief akkoord gegeven voor een
lening.
"Er is nog geen handtekening gezet", beaamt Sabine Parisse, woordvoerder van
EIB. "Onze raad van bestuur heeft toestemming gegeven om te onderhandelen
over een lening tot 300 miljoen euro. Maar de gesprekken vinden nog plaats."
Eerdere berichten gingen er nog van uit dat de financiering van het park,
Belwind geheten, "slechts een formaliteit was" en dat de EIB al 300 miljoen
euro had vrijgemaakt.
Het Belgische turbinepark wordt in twee termijnen ontwikkeld. De eerste fase,
Belwind 1, bestaat uit de bouw van 55 turbines en de aanleg van een
onderzeese hoogspanningskabel van ruim 50 kilometer. Dit eerste deel kost
tussen de 500 en 600 miljoen euro. Belwind 2 is nagenoeg van gelijke omvang.
Alsnog rond?
In theorie is het mogelijk om de financiering alsnog rond te krijgen terwijl
de eigenaar in financiële problemen verkeert. In de praktijk gebeurt dit
zelden.
"Als Belwind 1 was rondgekomen, had dit de banken voldoende vertrouwen gegeven
om de herfinanciering van een krediet van 150 miljoen euro rond te krijgen",
zegt een bron. Econcern meldde vorige week dinsdag in een persbericht dat
het in acute geldnood was gekomen vanwege het aflopen van hun
kredietfaciliteit van 150 miljoen euro.
Als Econcern er wel in was geslaagd een handtekening onder het
financieringsplan voor Belwind te krijgen, was het betaalprobleem misschien
wel nooit, of pas veel later aan het licht gekomen, aldus een bron.
Econcern was volgens ingewijden van plan om direct nadat de financiering
onherroepelijk (financial close) was verklaard, 49 procent van de aandelen
Belwind 1 te verkopen.
50 miljoen voor de moeite
Het ongeveer euro 1 miljard kostende Belwind 1 en 2 is verreweg het grootste
project in de portefeuille van Econcern. Het totale windpark met 110 molens
van elk 3 megawatt zou verreweg het grootste windpark op de Noordzee worden.
Maar in het stadium waarin het project nu verkeert, levert het Econcern
maximaal 50 miljoen euro op voor de moeite, schatten bronnen.
Andere energieprojecten die een substantieel bedrag vertegenwoordigen in de
portefeuille van Econcern, zijn een belang van 25 procent in het Prinses
Amalia-windpark voor de kust van IJmuiden en het geplande Duitse
offshoreproject Gode Wind, waarvan Econcern 90 procent bezit.
Vanaf het binnenslepen van de Belwind-concessie, in juni 2007, is intensief
onderhandeld over de financiering van dit megaproject. Offshoreparken worden
doorgaans voor 30 procent uit eigen vermogen en 70 procent vreemd vermogen
gefinancierd.
In februari 2008 sleept Econcern de bouwvergunning voor het Belgische park
binnen. Kort daarop meldt Dexia zich als financieel adviseur. In het najaar
komt de Europese Investerings Bank (EIB) aan boord. De bank is bereid 200
miljoen euro in het project te steken. Ook Rabobank en Dexia tonen zich
bereid geld beschikbaar te stellen.
Problemen
In februari 2009 geeft Econcern-bestuursvoorzitter Ad van Wijk in deze krant
te kennen dat er problemen zijn met de financiering van Belwind. Dexia zou
zich hebben teruggetrokken vanwege de financiële crisis. Twee dagen later
meldt Dexia nog steeds volledig achter het project te staan. Bronnen melden
daarop dat Dexia zich behoorlijk geschoffeerd voelt door de uitlatingen van
Van Wijk.
Niet veel later stelt Econcern dat de onderhandelingen in het laatste stadium
zitten. Maar in plaats van financial close, komt het bericht van surseance.
De kans is daarmee klein dat Econcern eigenaar blijft van Belwind. Ook is het
uiterst onzeker geworden of de windmolens, zoals gepland, in 2010 draaien.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl