Bedrijven die zijn overgenomen door private equity en gefinancierd zijn met
grote sommen geleend geld zijn volgens DNB "kwetsbaar bij tegenvallende
kasstromen". Voorbeelden van bedrijven geeft de centrale bank niet.

Vorige maand werd bekend dat enkele Nederlandse ondernemingen die zijn gekocht
door durfinvesteerders in 2007 in de rode cijfers zijn beland. Dat kwam
vooral door hoge rentelasten als gevolg van een grote schuldenlast. Het gaat
om warenhuisketen HEMA, kabelbedrijf Ziggo en afvalverwerker Van Gansewinkel.

De opkopers liggen onder vuur wegens de constructies die ze gebruiken
om belastingverlaging te krijgen. De fondsen weten vaak honderden miljoenen
euro’s van de fiscus terug te krijgen door via hoge leningen papieren
verliezen te creëren. Minister Wouter Bos van Financiën zei onlangs dat hij
nadenkt over maatregelen om hier iets aan te doen.

De verwachte slechtere omstandigheden voor het Nederlandse bedrijfsleven heeft
volgens DNB meerdere oorzaken. Het producentenvertrouwen is gedaald,
consumenten zijn negatiever geworden, de export staat onder druk, het
arbeidsaanbod blijft achter en de loondruk hoog, en de prijzen van
grondstoffen zijn gestegen.

DNB stelt dat de Nederlandse economie inmiddels over haar top is, "in lijn met
de internationale conjunctuur". In juni al toonde het instituut zich
pessimistischer over de verwachte economische groei in Nederland. DNB gaat
uit van een groei van 2,4 procent in 2008 en 1,5 procent in 2009.

Toch staat het Nederlandse bedrijfsleven er goed voor, aldus DNB. "Zeker
vergeleken met de periode vlak na de millenniumwisseling. De kredietcrisis
volgt op een krachtig conjunctuurherstel in 2006 en 2007, terwijl veel
bedrijven in de jaren daarvóór hun balansen hadden geherstructureerd."

Volgens DNB nemen financiële instellingen, zoals banken en
verzekeraars, wereldwijd de komende tijd mogelijk nog meer verliezen op
riskante beleggingen, zogenoemde gestructureerde kredietproducten. In het
afgelopen derde kwartaal zijn de verliezen voor banken hierop verder
toegenomen. De vooruitzichten voor financiële instellingen blijven onzeker.

Sinds halverwege vorig jaar hebben banken ruim 350 miljard dollar (239 miljard
euro) opgehaald om hun balansen te versterken. Veelal was dat afkomstig van
staatsfondsen. Maar ook is geld opgehaald via de uitgifte van nieuwe
aandelen. DNB wijst er wel op dat dit lastiger wordt, "getuige enkele
mislukte claimemissies in de afgelopen maanden".

De wereldwijde financiële crisis werkt ondertussen steeds meer door naar de
reële economie, met name in de Verenigde Staten. Daar blijven de
huizenprijzen dalen, zo constateert DNB. "De bodem van de huizenmarkt is nog
niet in zicht. Betalingsachterstanden beginnen ook op te lopen in andere
delen van de hypotheekmarkt dan het subprime-segment", aldus DNB.

De financiële crisis beïnvloedt op verschillende manieren de
normale economie. Zo doen banken moeilijker over het verstrekken van krediet
zodat consumenten minder gemakkelijk kunnen lenen en uitgeven. Uit angst
voor vermogensverliezen schroeven huishoudens hun bestedingen terug en gaan
meer sparen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl