Dijsselbloem zei dat het zijn taak is als eurogroepvoorzitter om beleid van de
eurogroep en de aanpak van de problemen in de financiële sector uit te
leggen. Niet in eerste instantie aan de financiële markten, maar ,,primair
aan de bevolking van de eurozone”.

Hij herhaalde dat de situatie en de redding van Cyprus beide uniek en
uitzonderlijk zijn. Wel is het ,,een preventief signaal” aan de sector dat
Europese overheden niet meer standaard alle problemen bij banken naar zich
toe trekken. Het aanslaan van spaarders bij Cypriotische banken is geen mal,
voorbeeld of blauwdruk voor elders in Europa, maar past wel in de
veranderende aanpak van de financiële sector in Europa, aldus Dijsselbloem.

Proces

,,Ik heb geen discussie aangezwengeld, maar benoemd wat we in de eurozone al
gedurende enige tijd aan het doormaken zijn. Ik heb niks nieuws gezegd, maar
beschreven welk proces in de eurozone aan de gang is”, zei hij. De gekozen
oplossing voor Cyprus was ,,onvermijdelijk en rechtvaardig” en moest door
politici worden uitgelegd en verdedigd.

Dijsselbloem verdedigde zich fel tegen kritiek van Kamerleden van de
oppositie, vooral tegen D66-Kamerlid Wouter Koolmees, die eerder in het
debat zei dat de minister een goede kans had gemist om zijn mond te houden.
Dijsselbloem vond dat heel vreemd voor een parlementariër.

Hij sprak ook over de negatieve reacties op de financiële markten op zijn
uitlatingen. Die waren er, beaamde Dijsselbloem, maar hij stelde ,,nuchter”
vast dat het uiteindelijk allemaal wel meeviel. ,,Er wordt heel veel paniek
‘gecreëerd’. Prima, maar laten we het hebben over hoe we met problemen
omgaan. Paniek op de beurzen, ik heb het vandaag niet gezien.”

Lees ook:

Jeroen de Boer: Cyprus, spaarles voor Europa

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl