Als landen in Oost-Europa niet helpen met het opvangen van vluchtelingen, dan moeten de grenzen maar dicht. Minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) ziet wel een alternatief in een mini-Schengen met in elk geval Duitsland en België.
Dijsselbloem spreekt vrijdagochtend ferme taal in interviews met onder andere het Financieele Dagblad en de Belgische krant De Tijd. Opvallend, want vanaf 1 januari is Nederland EU-voorzitter.
Dijsselbloem zegt in het interview met het FD dat hij niet uitsluit dat er binnen de Europese Unie een harde kern van landen komt die onderling hun grenzen openhouden, maar de grens met andere EU-landen streng bewaken.
In die kern zitten de landen ,,die in de asielcrisis de zwaarste lasten dragen, omdat bij hen de meeste vluchtelingen opvang krijgen. Het gaat om Zweden, Duitsland, Oostenrijk, België en Nederland.
Dijsselbloem is vooral voor nauwe samenwerking tussen alle EU-landen op het gebied van de instroom van vluchtelingen, maar als dat niet lukt komt wat hem betreft een mini-Schengenzone in beeld. ,,Sommige landen zeggen nu: ‘Het is niet ons probleem. Het is het uwe. Veel geluk ermee.’ Dat zet onze solidariteit onder zware druk.”
,,Omdat alle lasten van de asielopvang in die Schengenzone op de rug van enkele landen belanden, komen die landen onder druk om hun grenzen te sluiten. Omdat ze de kosten van de opvang niet meer aankunnen", aldus Dijsselbloem. ,,Europa heeft een goed uitgebouwde welvaartsstaat. Om die overeind te houden, moet je de buitengrenzen bewaken. Als we dat niet kunnen, komen er heel veel mensen om uitkeringen vragen. En ze blazen het systeem op. Dat is wat nu gebeurt in Nederland."
Veel lastiger dan Griekenland
Dijsselbloem zegt in de krant De Tijd dat de vluchtelingencrisis nog veel moeilijker is dan de crisis met Griekenland waar hij zich afgelopen jaar mee bezig hield als voorzitter van de Eurogroep.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl