De een arriveert te voet, de ander op de fiets, weer een ander komt in zijn boodschappenautootje aan.

Zoveel is zeker: het gros van de mensen die bij UrbanFarmers aan de Haagse Televisiestraat verse komkommers, sla, aubergines, tomaten of vis komen inslaan, woont in de buurt. En dat is precies zoals de initiatiefnemers van de ‘stadsboerderij’ het hebben bedoeld.

Urban Farmers – de naam zegt het al – brengt de teelt van groenten en vis zo dicht mogelijk bij de consument. In de stad, dus.

Drie jaar geleden werd het Zwitserse bedrijf door de gemeente Den Haag uitverkozen om het leegstaande fabrieksgebouw De Schilde een innovatieve agrarische bestemming te geven.

Kas van 1.200 vierkante meter op oud Philips-pand

UrbanFarmers bouwde vervolgens een kas van 1.200 vierkante meter op het dak van een pand dat ooit door de grootvader van architect Rem Koolhaas werd ontworpen. Philips maakte er decennialang televisie- en telefoononderdelen.

stadskas

De Zwitsers installeerden op de hoogste etage ook een moderne viskwekerij. Beide activiteiten werden vervolgens aan elkaar geknoopt. Aquaponics, heet dit concept, legt de voor het Haagse project verantwoordelijke directeur Huseyin Tekin uit.

"De uitwerpselen van de vissen worden gebruikt als bemesting voor de groenten. De planten in de kas verrijken op hun beurt het water voor de vissen", aldus Tekin. Bijkomend voordeel: het waterverbruik is zo 90 procent minder water dan in een traditionele tuinbouwkas.

900 mensen dagelijks voeden

Draaiend op volle capaciteit, kan UrbanFarmers jaarlijks zo’n 45 ton groenten en 19 ton zoetwatervis van de soort Tilapia produceren. Dat lijkt heel wat, maar is het niet. Bij een gemiddelde consumptie zouden niet meer dan 900 mensen dagelijks door het bedrijf gevoed kunnen worden.

Om een substantieel deel van de bevolking van Den Haag van groenten en vis te voorzien, zouden tientallen, zo niet honderden ‘urban farms’ in de stad moeten worden opgezet.

"Dit is een concept van de lange adem", erkent Tekin. "Je moet urban farming zien als een ontwikkeling voor de komende jaren."

In 2050 woont waarschijnlijk 70 tot 80 procent van de wereldbevolking in steden, schetst de projectdirecteur. "Het kan haast niet anders of de voedselvoorziening van zulke massa’s mensen gaat leiden tot enorme logistieke problemen. De urgentie van agrarische teelt in de stedelijke omgeving wordt nog niet gevoeld in de samenleving. Maar zodra het zover is, willen we klaar staan."

Terug naar oude tijden: groentetuin in de stad

Urban farming is geen nieuw fenomeen. Door de eeuwen heen was het vooral in tijden van oorlog heel gebruikelijk om binnen de stadspoorten groenten, fruit en graan te telen en dieren te houden. De kans bestond immers dat de voedselvoorzieningen vanaf het platteland door de vijand zou worden afgesneden.

Soms was urban farming ook pure economische noodzaak. Tijdens de Grote Depressie bijvoorbeeld, werden verpauperde burgers in Amerikaanse steden opgeroepen elke vierkante meter vrije grond te bewerken en zo op zijn minst hun gezin van voedsel te kunnen voorzien.

Anno 2017 gelden er andere, eerder ideële overwegingen om over te stappen op urban farming. Productie dient maatschappelijk verantwoord te zijn.

"Gemiddeld leggen agrarische producten 2.000 kilometer af voordat ze bij de consument terechtkomen", zegt Tekin. "Door ze dicht bij huis te telen, vermijd je de distributiekosten, beperk je de uitstoot van milieuvervuilende stoffen en krijg je een verser en dus lekkerder product op tafel."