- De Polestar 4 trekt vooral de aandacht doordat hij geen achterruit heeft.
- Een opmerkelijke keuze van de ontwerpers, maar het heeft minder impact dan je zou denken.
- Autoredacteur Dennis Wilman merkte aanzienlijk belangrijkere dingen op tijdens zijn test met de Polestar 4.
- Lees ook: Bij de elektrische Maserati Grecale Folgore gaat vorm boven functie
In de wereld van grote, elektrische SUV’s wordt het steeds lastiger om op te vallen. Bijna allemaal zijn ze net geen 5 meter lang en twee meter breed, bieden ze zeeën van ruimte in het interieur, wegen ze meer dan twee ton en hebben ze 100 kWh aan accucapaciteit aan boord. De Polestar 4 voldoet ook aan al die criteria, maar toch ontbreekt er iets waarvan je verwacht dat het er is: de achterruit.
Voor de Polestar 4 besloot het ontwerpteam van de auto dat de achterruit ondergeschikt was aan het behouden van de coupé-achtige daklijn en de hoofdruimte in het interieur. Door het verwijderen van dit stuk glas, kon de dakconstructie zodanig aangepast worden, dat ook mensen van twee meter comfortabel achterin konden zitten zonder dat ze met de kruin het dak zouden raken. Dat doel is behaald, kan ik bevestigen.

Maar toch blijft het gevoel hangen dat het een gimmick is. Dat het een oplossing is dat op zoek is naar een probleem. Als je naar de constructie kijkt, dan lijkt het me toch zeker niet onmogelijk om gewoon een raam in de achterklep te plaatsen. Ik geef wel toe dat dit dan wel een erg klein raampje is, waardoor je als het ware door een brievenbusgleuf naar buiten moet kijken als bestuurder. Maar het zou een raam zijn. De hele controverse rond het missen van deze doorkijk en de ophef rond het gebruik van de camera zouden daarmee teniet gedaan worden.
Aandacht trekken kan heel waardevol zijn
Het heeft er volgens mij dan ook alle schijn van dat Polestar ervoor koos om het raam achterwege te laten in ruil voor wat broodnodige aandacht voor de auto en het merk. Dat heeft gewerkt. En om eerlijk te zijn lever je daar eigenlijk nauwelijks iets van comfort of bruikbaarheid in.
Persoonlijk was ik na een uurtje rijden al ruimschoots gewend aan de binnenspiegel die geen spiegel, maar een scherm is. Het is even wennen aan het diepteverschil dat je ogen meemaken als je van de weg naar de spiegel, eh scherm, kijkt, maar dat is het ook wel. Ik durf ook wel te stellen dat de combo van camera en scherm een betere oplossing is dan een mini-achterraampje waar je amper wat doorheen kunt zien.

Maar ook ik heb natuurlijk van andere mensen gehoord dat het niet voor iedereen zo makkelijk wennen is. Vooral brildragers schijnen problemen te ondervinden. Met name mensen die multifocale brillen dragen merken op dat ze hun hoofd moeten kantelen om scherp zicht te krijgen als ze naar de binnenspiegel/scherm kijken.
Ook was er iemand die het toch jammer vond dat ze haar make-up niet meer kon checken in de spiegel en hiervoor nu de zonneklep omlaag moest vouwen (ze had nog niet uitgevonden dat het scherm ook met een druk op de knop in een spiegel kon veranderen). Het is dus zeker aan te raden om tijdens een testrit extra veel aandacht te besteden aan de werking van de camera en het cherm.

Geen sportieve, maar comfortabele Polestar
Goed, nu we die olifant uit de kamer hebben gewerkt moeten we de rest van de auto natuurlijk nog even bespreken. Ik zou graag het sportieve uiterlijk van de auto even aankaarten. Waarom? Omdat dat geenszins vertaalt naar het rijgedrag van de auto. Misschien ligt het aan mij, maar bij een SUV met een coupé-achtige daklijn, verwacht ik een sportieve afstelling, voor zover dat mogelijk is met een dergelijke auto. De Polestar 4 is dat niet. Deze auto heeft comfort hoog in het vaandel.
De stoelen zitten geweldig en de ruimte in het interieur is prima. Zoals je wellicht wel een beetje verwacht van Polestar, is het interieur minimalistisch, maar stijlvol uitgewerkt en zijn er mooie materialen gebruikt. Je kunt de sfeerverlichting zelf aanpassen aan de hand van wat - laten we zeggen - ruimtelijke thema's. Ook is de tablet op het dashboard comfortabel aan te sturen. De snelkoppelingen om de rijhulpsystemen uit te schakelen (kom ik zo nog even op terug) zijn makkelijk te vinden en de menustructuur is ook verrassend duidelijk.

Het fijne interieur past prima bij het soepele onderstel. Deze is niet te zacht afgesteld en houdt zich in de meeste dagelijkse omstandigheden prima. Op de snelweg strijkt de 4 het asfalt vrijwel glad, wat in combinatie met het uiterst stille interieur maakt voor een heerlijk rustgevende rij-ervaring.
In het bochtenwerk valt het op dat het onderstel af en toe laat merken dat het moeite heeft om de meer dan twee ton in het gareel te houden. Lange snelwegbochten met oneffenheden kunnen daardoor leiden tot een wat slappe en onrustige ervaring achter het stuur. Daarbij komt ook dat het gevoel in het stuur nagenoeg niet aanwezig is, wat ervoor zorgt dat de besturing wat indirect kan aanvoelen.
Hoewel het rijgedrag in mijn optiek dus niet direct bij het uiterlijk van de auto past, levert dit wel een unieke combinatie op. De strakke lijnen van de auto, maken hem aerodynamischer dan de concurrenten, wat ongetwijfeld heeft geholpen bij het best indrukwekkende verbruik. Voor een kolos als deze is een gemiddelde van 20,5 kWh per 100 km niet slecht te noemen. Zeker niet met mijn rijstijl. Het zou dus nog wel een kilowattuur of twee lager kunnen. Let wel: ik reed met goed, zonnig weer met temperaturen zo rond de 20 graden.

Luie en schrikkerige rijhulpsystemen
Nog even over de de rijhulpsystemen: die zijn erg scherp afgesteld. Daar weet zelfs de auto niet altijd even goed mee om te gaan. Bij het inschakelen van de combinatie van adaptive cruise control en lane-assist, blijkt de Polestar 4 wat moeite hebben met soepel reageren op in- en uitvoegend verkeer op de rijbaan waar je je op bevindt. De auto remde zo af en toe zo hard af dat ik in de gordels werd geduwd, alleen maar doordat het gaatje voor mijn Polestar opvulde. Ook is het tussen de lijntjes houden niet altijd een gegeven en kan dit leiden tot abrupte stuurbewegingen en alarmbellen.
Daarbij valt ook op dat de hulpsystemen blijkbaar nog niet helemaal klaar zijn voor het Nederlandse wegennet, want in smalle straatjes met fietsers wordt de SUV nogal schrikkerig. Waar de gemiddelde Nederlander niet opkijkt van iemand op twee wielen, heeft de Polestar de neiging om zelfs te schrikken en weg te willen sturen van fietsers die in dezelfde rijrichting rijden als je in de auto doet. In situaties waarbij je dus even langzaam achter een fietser moet blijven rijden, om deze te kunnen inhalen als tegenliggend verkeer voorbij is gekomen, kan de elektrische SUV dus voor ons Nederlanders onverwachte acties proberen te ondernemen.
Doorgaans worden bovenstaande problemen in de loop der tijd opgelost met software-updates. Polestar is zich inmiddels bewust van het ietwat trage reageren en zal dit hoogstwaarschijnlijk binnen afzienbare tijd oplossen.

Wel of geen achterruit? Dat maakt niet uit
Al met al denk ik dat het ontbreken van de achterruit in de praktijk zo weinig uitmaakt, dat het oneerlijk is om de Polestar 4 hierop af te rekenen. Ja, de combinatie van camera en scherm kan ervoor zorgen dat bepaalde mensen niet met de auto overweg kunnen en hem hierdoor laten staan. Maar dat is iets wat een probleem van Polestar is, niet van de mensen die hem uiteindelijk toch zullen kiezen.
De Polestar 4 kies je voor zijn looks en zijn comfort. De twee punten waar hij op uitblinkt. En daarbij neem je de aparte keuze van de ontwerpers op de koop toe. Misschien omdat je eens wat anders wilt dan de eenheidsworst, misschien omdat je op verjaardagen graag beweert dat achterruiten zooooo 2021 zijn. Wat het ook mag zijn, kies hem in een kleurtje, want dat verdient deze opvallende verschijning.