“De paus is een beetje ijdel. Meer dan de vorige paus. Op zich is daar niks
mis mee.” Stadelmaier kent zijn pausen. Hoewel elke keer speciaal, heeft het
Nederlandse bedrijfje al vaker kleding voor de plaatsvervanger van Christus
ontworpen.
“Wij mochten het al vier keer eerder doen”, zegt directeur Aart Stadelmaier
niet zonder trots. Opa deed het in 1950 en pa mocht het in 1985 doen, toen
de paus Nederland bezocht. Aart Stadelmaier kreeg zelf de grote eer in 1995
en 1998.
Hoe krijg je zo’n opdracht? “Gewoon door te netwerken, te lobbyen,
congressen te bezoeken en een mooi ontwerp neer te leggen”, zegt
Stadelmaier. Want ook al betreft het de paus, marktmechanismen werken overal
hetzelfde.
Het ontwerp blijft de basis. En elke paus is anders, dus ook zijn kleding.
Johannes II, de vorige paus, was vrij modern. Benedictus XVI neigt meer
richting traditie en hecht ook wat meer aan zijn uiterlijk. Dus moeten de
ontwerpen worden aangepast.
Modegevoel, noemt Stadelmaier die steeds veranderende voorkeur van de
pausen. Die voorkeur bepaalt vervolgens de hele piramide die eronder zit.
Kardinalen, bisschoppen, tot de pastoor aan toe, allemaal baseren ze hun
religieuze kledij op de keuzes van de paus.
Het ontwerpen van de pauselijke dracht is daarom niet alleen vanwege prestige
en geld erg interessant. “De spin-off van dit soort projecten is vaak groot.
Je hebt natuurlijk een behoorlijk invloedrijke referentie.”
Bovendien verkeert Stadelmaier in de VS een paar dagen tussen de belangrijkste
‘beslissers’ binnen de katholieke kerk. “Ik communiceer al informeel met
Guido Marzani, rechterhand van de paus.” Netwerken op het hoogste niveau. Zo
kan Stadelmaier de competitie voor blijven.
Concurrentie is er. “Wehkampgidsen vol”, lacht Stadelmaier. Hij tovert
uit de boekenkast inderdaad een dik boekwerk vol katholieke producten. “Het
grootste deel is rommel. Niet te vergelijken met onze waar.” Zelf staat
Stadelmaier ook in de gids. De priesteroverhemden van het merk zijn een stuk
duurder dan andere shirts. "Rotzooi", herhaalt hij.
Stadelmaier vergelijkt zijn marktpositie met die van Rolls Royce. Duur, maar
kwalitatief top en met een modieus design. Zo worden pastoorshirts van
Stadelmaier in dezelfde fabriek gemaakt als Armani.
Tijdens het pauselijk bezoek aan de Verenigde Staten toont de Nijmeegse
textielhandel zijn laatste innovatie, de Flexmijter. Een mijter die
oprekbaar is als een honkbalpet. Hij past daardoor op ieder hoofd. “Marzani
was enorm enthousiast. Hierdoor kan tijdens de ceremonie de uniformiteit
worden doorgezet in de hoofddeksels.”
Vernieuwingen zijn er constant. Zo worden stoffen worden steeds dunner
en lichter en ontwerpen modieuzer. “We zijn net als ieder ander modebedrijf.
Alleen in een behoorlijk conservatieve markt."
In de kleine nichemarkt boert het Nijmeegse bedrijf prima. De omzet ligt op 2
miljoen per jaar. De pauselijke opdracht vormt met een half miljoen omzet in
twee maanden de slagroom op de taart. Toch beseft Stadelmaier goed dat
religieuze kleding een stagnerende markt is. “Er zijn gewoon steeds minder
pastoors.” De directeur kijkt daarom nadrukkelijk naar verbreding.
Universitaire toga’s zijn een interessante markt, denkt
Stadelmaier. “Die markt wordt gedomineerd door kleine eenpitters. Wij hebben
de kennis en de capaciteit om hier een grote speler te worden.”
Opmerkelijker nog is de andere richting. Stadelmaier wil een
binnenkerkarchitect worden. “Ik doe elk jaar een cursus van kerkelijke
gebruiken en voorschriften in Chicago. Die kennis is zeldzaam. Ik kan veel
architecten helpen met de juiste inrichting van een kerk.”
Hij is al in verregaande besprekingen met een verbouwd klooster. Plotseling
zit Stadelmaier om de tafel met architecten en projectontwikkelaars. “Totaal
anders dan we deden. Maar zo kunnen we verder groeien.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl