De Canadese minister van Handel Chrystia Freeland heeft vrijdagmiddag na urenlang onderhandelen met de Waalse regering over het vrijhandelsverdrag van de EU en Canada (CETA) haar koffers gepakt. Ook de Europese Commissie heeft de gesprekken gestaakt.

“Maar de commissie beschouwt dit niet als het einde van het proces dat moet leiden tot de ondertekening van het handelsakkoord”, zegt een EU-bron tegen persbureau ANP.

Bij haar vertrek zei Freeland dat de onderhandelingen met Wallonië zijn mislukt. “Ik ben teleurgesteld”, aldus de minister. “Het lijkt duidelijk voor mij en voor Canada dat de Europese Unie momenteel niet in staat is om een internationaal akkoord te sluiten, zelfs niet met een land als Canada, dat dezelfde waarden heeft.”

Eerder vrijdag zei de Waalse premier Paul Magnette nog in het Waalse parlement dat er “een wil is om vooruit te gaan, maar er is geen akkoord.” Canada en de EU boden Wallonië op dat moment onvoldoende om in te stemmen met CETA.

Federaal premier Charles Michel zei vrijdag in Brussel dat hij “niet gerust” is op de goede afloop. In een nachtelijk telefoongesprek met de Canadese premier Justin Trudeau heeft hij gemeld dat er sprake is van “radicalisering” van de standpunten.

Bom onder verdrag

Magnette legde eerder deze week een bom onder het verdrag met zijn weigering premier Charles Michel het te laten ondertekenen namens heel België.

Door de blokkering staat het al in 2014 gesloten handelsakkoord op losse schroeven. Hoewel het juridisch niet vereist is, hebben de EU-lidstaten namelijk afgesproken dat ondertekening van het verdrag om unanimiteit vraagt. In België is buitenlandse handel een bevoegdheid van de deelstaten. Premier Charles Michel kan zonder hun toestemming dus niet tekenen.

In CETA wordt alles geregeld, van afschaffing van exporttarieven tot intellectueel eigendom en gezamenlijke normen voor landbouwproducten. Het zou op 27 oktober in Brussel met de Canadese premier Justin Trudeau worden ondertekend. Dat lijkt nu onhaalbaar.

Het verdrag moet door het Europees Parlement en alle nationale en relevante regionale parlementen in de EU worden geratificeerd. Door de staatsstructuur van België is buitenlandse handel een bevoegdheid van de regio’s.

De Walen maken zich zorgen over landbouwafspraken en de manier waarop conflicten over investeringen moeten worden opgelost. Een ‘bindende’ verklaring die aan het akkoord zou worden gehecht om de onrust weg te nemen die ook in andere EU-landen heerst, vindt Magnette onvoldoende.