Er klonk hoongelach in maart, toen het Centraal Planbureau met de voorspelling
kwam dat de Nederlandse economie dit jaar met 3,5 procent zou krimpen. "Veel
te pessimistisch", lachten analisten. Zo erg zal het toch niet worden?

Twee maanden en een lawine aan dramatische macro-economische cijfers later, is
het gelach verstomd. Min 3,5 procent klinkt nu realistisch. Misschien is het
zelf aan de optimistische kant.

Afname winkelverkopen
Het CPB gaat uit van een zeer geringe afname van de consumptie in 2009, met
een kwart procent. Dat verhoudt zich slecht met de snelle afname van de
winkelverkopen in de eerste maanden van dit jaar.

Ook zijn de vooruitzichten van onze belangrijkste handelspartner Duitsland de
afgelopen weken snel verslechterd. Duitse economen gaan voor dit jaar
inmiddels uit van 6 procent economische krimp.

Zou Nederland er onder die omstandigheden echt in slagen de schade tot min 3,5
procent beperkt te houden? Goede kans dat als het CPB komende juni met een
nieuwe voorspelling komt, het krimppercentage met een vier, of misschien
zelfs een vijf begint.

Griezelig dicht bij jaren dertig
Dat stelt een stukjesschrijver voor een lastig dilemma. In 1931 - het meest
beroerde jaar van de crisis in de jaren dertig - daalde het Nederlandse
bruto binnenlands product (bbp) met 3,6 procent. Daar zit de huidige
CPB-raming van min 3,5 procent al griezelig dicht bij. Een kleine
tegenvaller, en we zitten technisch gesproken niet meer in de ‘ergste crisis
sinds de jaren dertig’.

Waarmee moeten we de huidige recessie dan gaan vergelijken? Zijn er in de
geschiedenis crises (in vredestijd) te vinden die nog erger waren dan de
Great Depression van driekwart eeuw geleden?

Zeker. Het aanbod aan economische rampjaren is enorm. Je moet er alleen wel
nog een eeuw verder voor terug. De negentiende eeuw zit vol met depressies.
(zie ook: In
beeld: Krimp en groei in Nederland
)

Dat we dat weten is te danken aan een groot onderzoeksproject van de
historicus Jan Luiten van Zanden, die de ontwikkeling van het bbp tussen
1815 en 1915 reconstrueerde.

Cholera-epidemie van 1892
Komt de krimp uit tussen de 3,6 en 4,0 procent, dan kunnen we 2009 tot ‘het
slechtste jaar sinds 1892’ verklaren. Dat jaar daalde het binnenlandse
product met precies 4 procent, zo weten we dankzij Luiten van Zanden.

Mogelijke verklaring van de krimp is dat Europa in 1892 werd geteisterd door
een cholera-epidemie, die alleen in Hamburg al 8600 levens kostte. Nederland
bleef redelijk gespaard, maar de economie was er toch goed ziek van.

De Aardappeleters
Mocht de krimp in 2009 groter zijn dan 4 procent, dan laten we 1892 achter
ons. Nieuw vergelijkingsmateriaal vinden we in het jaar dat Vincent van Gogh
zijn Aardappeleters schilderde. In 1885 daalde het Nederlandse bbp met 4,2
procent.

De terugval werd veroorzaakt door paniek een jaar eerder op de financiële
markten in de VS en Europa. Die paniek volgde op een periode van enorme
kredietgroei in de VS.

Massale investeringen in de spoorwegen en fabrieken werden gefinancierd met
grote hoeveelheden nieuwe obligaties. Schulden liepen op tot, zoals een
historicus het veertig jaar later zou schrijven, "het punt was bereikt
waarop kapitalisten in de VS en in andere landen twijfelden over de
intrinsieke waarde van deze effecten en het rendement van de onderliggende
investeringen". De kredietzeepbel knapte in 1884 en leidde onder meer
tot een run op de goudreserves in Europa en het faillissement van vele
banken. Klinkt bekend, nietwaar?

Paardengriep
De kredietcrisis van 1884, en de daaropvolgende recessie in 1885, waren de
echo van een bijna identieke crisis tien jaar eerder. Want voor de moeder
aller crises moeten we terug, naar het decennium tussen 1870 en 1880. Voor
Nederland waren vooral de jaren 1878 en 1879 zeer slecht. Volgens de cijfers
van Luiten van Zanden kromp de Nederlandse economie in die twee jaar met
respectievelijk 5,0 en 5,2 procent.

De oorzaak was weer een kredietcrisis in de VS en Europa, die begon met de
Panic van 1873 en volgde op de paardengriepepidemie van 1872 (nee, ik verzin
dit niet). De kredietzeepbel was in de voorafgaande jaren opgeblazen door
onder meer enorme speculatieve investeringen in Amerikaanse spoorwegen.

Diepe recessie
Ook in Europa werd veel speculatief geld gestoken in nieuwe spoorwegen,
fabrieken en stoomschepen. Vooral in Duitsland en Oostenrijk ging het veel
te hard. In mei 1873 crashte de beurs van Wenen. Oostenrijkse banken gingen
op de fles en de kredietkraan ging radicaal dicht. Europa belandde in een
diepe recessie.

Het is een schrale troost, maar zolang de krimp in 2009 niet boven de 5,2
procent komt hebben we in elk geval vergelijkingsmateriaal. ‘De ergste
recessie sinds 1879.'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl