De Britse auto-industrie is geen schim meer van vroeger. Tegelijkertijd floreren de Duitse fabrikanten. De grootste, Volkswagen, kon na de oorlog weer opkrabbelen dankzij een Britse majoor.

Nog steeds maakt Groot-Brittannië anderhalf miljoen auto’s per jaar, maar de eigen industrie is zo goed als verdwenen, op een niche-merk als Aston Martin na. Landrover en Jaguar zijn in handen van het Indiase Tata, Bentley is onderdeel van het Volkswagen-concern en de Mini behoort tot de stal van BMW.

Hoe heeft het zo kunnen komen?

De BBC heeft over dit thema een documentaire gemaakt onder de titel Das Auto, the Germans, their cars and us, die zondag 4 augustus wordt uitgezonden op BBC Two.

Britse auto’s: waarom ze verloren

Voor Dominic Sandbrook, de presentator van het programma, is het duidelijk: de zelfstandige Britse auto-industrie is de afgelopen decennia ten onder gegaan aan mismanagement en slechte arbeidsverhoudingen.

Sandbrook schetst voor de BBC hoe een fabrikant als Morris te lang doorging met de verkoop van verouderde modellen. In plaats van te innoveren dacht het nog te kunnen groeien door meer auto's te verkopen in de voormalige kolonieën van het Britse rijk. De Mini, geïntroduceerd in 1959, verkocht inderdaad heel goed, maar toen al maakte Morris op elke verkochte auto een verlies van 30 pond.

In de jaren zestig en zeventig kwamen daar beroerde arbeidverhoudingen nog bij. Zo was 1978 bijvoorbeeld het aantal stakingsdagen in de Britse auto-industrie tien keer zo hoog als in de Duitse. In Duitsland was en is bij wet geregeld dat fabrikanten en personeelsleden dan wel vakbonden eendrachtig samenwerken.

Britse majoor en wederopstanding Volkswagen

In Duitsland lag de auto-industrie na de Tweede Wereldoorlog letterlijk in puin. Weinigen gaven Volkswagen, maker van de Kever, nog een kans. Maar een Britse majoor, Ivan Hirst, blies het bedrijf nieuw leven in. Hij ging in augustus 1945 naar Wolfsburg, naar de puinhopen van de Volkswagen-fabrieken.

Vier jaar later, bij het vertrek van Hirst, was Volkswagen een florerend bedrijf. Volkswagen werd opnieuw de autofabrikant voor de massa. Met na de Kever successen als 'het busje' - waarvan het basisontwerp overigens van de Nederlander Ben Pon kwam - en uiteraard de Golf. Die kwam in 1974 op de markt en is sindsdien een bestseller.

Het succes van de Duitsers is gebaseerd op continue vernieuwing, slimme productiemethoden en goede arbeidsverhoudingen. Voor de Britten is er één troost: dankzij hun nieuwe eigenaren floreren nu ook de oude Britse merken en bieden ze nog werk aan duizenden Britten.

Lees ook:

Volkswagen Golf: icoon in cijfers en grafieken

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl