Dat meldde Het Financieele Dagblad donderdag.
De megavoorraad vrouwen- en kinderkleertjes ligt nu nog ‘liggend verpakt’
opgeslagen in een magazijn van TNT Fashion in het Overijsselse Oldenzaal.
Als één van de schuldeisers van het vorige maand ter ziele gegane concern
pretendeert de modedivisie van het post- en expressbedrijf een zogenaamd
recht van retentie en een vuistpand, aldus advocaat Marc Molhuysen van DLA
Piper.
In tegenstelling tot de banken, die bij een faillissement weliswaar op de
eerste rij zitten, maar dan wel met lege handen, had TNT Fashion als vaste
logistieke partner van Oilily de voorraden letterlijk in de vuist, toen
bleek dat het bedrijf niet meer aan zijn financiële verplichtingen kon
voldoen.
Verdeling
Maar volgens Molhuysen mag die relatief bevoorrechte positie een snelle en
voor alle schuldeisers gunstige oplossing niet in de weg staan. "Het
kan zijn dat meerdere partijen rechten pretenderen. Maar je moet dan toch
proberen de voorraad voor een zo goed mogelijke prijs te verkopen. Later kun
je wel uitvechten hoe de opbrengst wordt verdeeld."
In dit geval is enige spoed geboden. Mode is per definitie seizoensgevoelig en
de meeste kleertjes die in het faillissement zijn achtergebleven waren
bedoeld voor deze zomer.
Olsthoorn
Daar komt nog bij dat Molhuysen, na een mislukte poging om een doorstart te
arrangeren, het merk Oilily heeft terugverkocht aan oprichter Willem
Olsthoorn. Zijn kinderen willen zo snel mogelijk een nieuwe collectie
uitbrengen. Het nieuwe Oilily heeft er dus geen enkel belang bij dat de
bestaande collecties nog jarenlang tegen afbraakprijzen opduiken in de
verkeerde winkels.
Die overweging is aan de orde geweest bij de onderhandelingen over de verkoop
van de merknaam, erkent Molhuysen. "De opbrengst moet zo hoog mogelijk
uitvallen. Tegelijkertijd moet er zo min mogelijk schade worden toegebracht
aan het merk."
Olsthoorn zal daarom ook worden betrokken bij de manier waarop de voorraden
worden verkocht. 'Ik heb mijn ei daarover nog niet gelegd. Ik zou zelf een
hele grote verkoping kunnen organiseren, rechtstreeks aan de consument. Maar
verkoop aan een grote retailer is ook een mogelijkheid.'
Dure jurkjes
Hij rekent hoe dan ook op een substantieel bedrag. Het blijven dure jurkjes,
al ligt de winkelprijs vaak vier of vijf keer hoger dan de de inkoopprijs.
Een rechtstreekse verkoop wordt óf een faliekante mislukking, óf een
doorslaand succes, zo heeft hij zich laten vertellen. "Het is een
zwart-witscenario." En dat voor fleurige kleertjes.
Lees ook:
Curator: wat kan en mag hij? Van A tot Z
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl