De uitstoot van broeikasgassen in Nederland is in 2023 gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat er 6 procent minder werd uitgestoten.

Vergeleken met 1990 lag de uitstoot afgelopen jaar 34 procent lager. Om de klimaatdoelen van 2030 te halen moet er echter nog wel werk worden verzet: dan moet de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen ten opzichte van 1990 55 procent lager zijn.

De daling zou vooral te wijten zijn aan het feit dat in de elektriciteitssector minder strooom werd opgewekt uit steenkool en aardgas. Er werd juist meer elektriciteit opgewekt uit wind- en zonne-energie. Vergeleken met een jaar eerder, lagen de emissies in die sector 22 procent lager.

De gebouwde omgeving, oftewel huishoudens en kantoren, stootte in 2023 10 procent minder broeikasgassen uit. Het aardgasverbruik lag afgelopen jaar lager, wat komt door de hoge aardgasprijs en de relatief zachte winter.

Ook de industrie stootte in 2023 minder broeikasgassen uit: 3 procent minder vergeleken met een jaar eerder. Er werden met name fors minder kolen gebruikt. Desondanks heeft de industrie in Nederland met 32 procent nog steeds het grootste aandeel in het totale aantal emissies van broeikasgassen.

In verschillende sectoren steeg de uitstoot van broeikasgassen in 2022. Een interessant voorbeeld is de landbouwsector, waar 2 procent meer werd uitgestoten, volgens het CBS omdat tuinders meer gebruik maakten van warmtekrachtinstallaties op basis van aardgas. Ook bleef de uitstoot van methaan en lachgas uit vee en land onveranderd hoog.

De mobiliteitssector, goed voor 20 procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot in 2023, had te maken met een hoger verbruik van benzine en dat leverde 2 procent meer broeikasgassen op.

De Nederlandse economie gaat wel steeds efficiënter om met productieprocessen en de bijbhorende uitstoot van CO2. Vergeleken met 2015 lag de CO2-emissieintensiteit van de economie in 2023 zeker 30 procent lager.

LEES OOK: Topambtenaren ontraden fossiele subsidies ‘koste wat kost’ af te bouwen.