• Vijf grote Chinese staatsbedrijven hebben aangekondigd hun beursnoteringen op Wall Street te schrappen.
  • Het gaat om China Life Insurance, PetroChina, China Petroleum & Chemical, Sinopec Shanghai Petrochemical en Aluminium Corp of China.
  • Volgens China vertrekken de bedrijven wegens “zakelijke zorgen”. Deskundigen twijfelen daaraan.
  • Lees ook: Waarom Wall Street torenhoge salarissen betaalt aan klimaatwetenschappers

Vijf grote Chinese staatsbedrijven hebben aangekondigd hun beursnoteringen op Wall Street te schrappen. De ondernemingen stonden op de lijst van de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC van Chinese bedrijven die niet voldoen aan een twee jaar oude wet voor buitenlandse ondernemingen met een beursnotering in de Verenigde Staten.

Volgens de in 2020 ingevoerde wet moet de Amerikaanse toezichthouder volledige toegang hebben tot informatie van accountants van buitenlandse bedrijven met een notering in de VS om te kunnen beoordelen of hun resultaten betrouwbaar zijn. Waar bedrijven uit andere landen openheid van zaken geven, blokkeert de regering in Beijing echter de toegang tot deze gegevens. China en Hong Kong zijn de enige twee jurisdicties ter wereld die inspecties door buitenlandse partijen niet toestaan vanwege zorgen over de nationale veiligheid en bedrijfsgeheimen.

Verzekeraar China Life Insurance, de olie- en chemiebedrijven PetroChina, China Petroleum & Chemical, Sinopec Shanghai Petrochemical en Aluminium Corp of China maakten vrijdag allemaal hun voornemen tot het schrappen van de beursnoteringen in september bekend. De Chinese beurstoezichthouder zei in een verklaring dat de plannen voor het schrappen van de noteringen gebaseerd waren op “zakelijke zorgen” van de bedrijven.

Volgens strateeg Redmond Wong van Saxo Markets betreft het echter bedrijven in strategische sectoren die toegang hebben tot informatie en gegevens die de Chinese overheid niet wil delen met buitenlandse regelgevers. Hoewel het schrappen van de beursnoteringen weinig impact zullen hebben op de bedrijven zelf, aangezien hun aandelen in New York nauwelijks worden verhandeld, onderstrepen de stappen wel de grote spanningen tussen de VS en China. Die zijn verder opgelopen na het bezoek van de Amerikaanse toppolitica Nancy Pelosi aan Taiwan.

Ongeveer driehonderd bedrijven gevestigd in China en Hong Kong, met een gezamenlijke beurswaarde van meer dan 2,4 biljoen dollar, lopen het risico van de Amerikaanse beurzen te worden verbannen. Tot de grootste behoren China Life, PetroChina, China Petroleum & Chemical en Baidu. Op 29 juli werd ook het grote Chinese webwinkelconcern Alibaba op de zwarte lijst gezet. Alibaba zei in augustus dat het zou proberen zijn hoofdnotering aan de New York Stock Exchange te behouden.

LEES OOK: Waarom Wall Street torenhoge salarissen betaalt aan klimaatwetenschappers