De overname van voetbalclub Italiaanse Internazionale past in de opmars van China in de voetbalwereld.

Het Chinese voetbalelftal staat zelf nog slechts op de 81e plaats op de wereldranglijst, maar het overheidsdictaat schrijft voor dat het land in 2030 het voetbal in Azië domineert. In de tien jaar daarna moet de rest van de wereld eraan geloven.

Vooralsnog wordt vooral veel geld uitgegeven aan dure spelers en aan voetbalclubs. Suning Holdings Group spendeerde maandag naar verluidt 270 miljoen euro voor een belang van bijna 70 procent in de Italiaanse grootmacht Inter. Daarmee is het de grootste Chinese investering in een voetbalclub tot nu toe.

Overname Inter

De Chinese detailhandelsgigant meldde maandag bij een persconferentie in Nanjing dat het 68,55 procent van de aandelen van de Italiaanse voetbalclub Inter heeft gekocht. Volgens clubvoorzitter Erick Thohir is er sprake van ,,een revolutionaire stap richting de toekomst”. De Indonesiër had drie jaar geleden 70 procent van de aandelen overgenomen van toenmalig clubeigenaar Massimo Moratti. Die heeft de club nu verlaten.

,,Deze samenwerking stelt ons in staat terug te keren aan de wereldtop”, sprak Thohir, die zelf nog 31 procent van de aandelen in bezit houdt, optimistisch. ,,Het voetbal in Azië in het algemeen en China in het bijzonder maakt een enorme groei door. We komen met deze overeenkomst dichter bij onze vele fans daar.”

Chinese president groot voetbalfan

De Chinese president Xi Jinping is een groot voetballiefhebber. Hij wil het liefst dat zijn land ook in zijn favoriete sport een grootmacht wordt en zag tot zijn grote tevredenheid Chinese clubs al fors investeren in Europese en Zuid-Amerikaanse spelers. Het bedrijf Suning ziet in de overname van Inter, met Wesley Sneijder winnaar van de Champions League in 2010, de volgende stap in het creëren van een wereldwijd netwerk van voetbalclubs.

Suning kocht vorig jaar ook een Chinese profclub, Jiangsu Suning FC. Die kocht vervolgens voor tientallen miljoenen euro's onder meer de Brazilianen Ramires van Chelsea en Alex Teixeira van Sjachtar Donetsk. Vooral die laatste transfer was opvallend, omdat Teixeira pas 26 jaar was en ook in de belangstelling van grote Europese clubs stond.

Ook AC Milan, stadgenoot en rivaal van Inter, wordt gelinkt aan Chinese belangstelling. Eerder namen Chinese investeerders al een minderheidsbelang in andere Europese grootmachten, zoals Manchester City en Atlético Madrid.

In Nederland is ADO Den Haag misschien het bekendste voorbeeld van de invloed van Chinees geld. De club is in handen van de sportmarketingbedrijf Vansen United van de Chinees Hui Wang.

Ook de Nederlandse topclubs Ajax en PSV hebben de Chinese geldbron aangeboord. Vier van de veertien sponsoren van Ajax zijn Chinees, waarvan de bekendste technologiebedrijf en smartphonemaker Huawei. PSV heeft geen Chinese sponsors, maar is onlangs wel net als Ajax en veel andere Europese teams naar het land gevlogen voor lucratieve oefenduels.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl