De effectenbeurzen in de Verenigde Staten zijn dinsdag met kleine winsten aan de handel begonnen. Hamburgerketen Burger King won opnieuw nadat bekend was geworden dat het bedrijf een branchegenoot uit Canada koopt, en daarbij zijn hoofdkantoor verplaatst naar dat fiscaal vriendelijkere buurland.

De toonaangevende Dow-Jonesindex stond kort na het begin van de handel 0,2 procent in de plus op 17.116 punten. De bredere S&P 500, die maandag strandde vlak onder de historische mijlpaal van 2000 punten, ging eveneens 0,2 procent omhoog naar 2002 punten. Ook de technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,2 procent tot 4565 punten.

Beleggers op Wall Street kregen voorbeurs cijfers te verwerken over de orders voor duurzame goederen in de Verenigde Staten en later op de dag komen nog gegevens over het consumentenvertrouwen in de VS.

Burger King hoger

Burger King noteerde na de opening 2 procent hoger. De Amerikaanse fastfoodketen bevestigde de overname van de Canadese koffie- en donutketen Tim Hortons voor 11,4 miljard dollar met financiële steun van miljardair Warren Buffett.

Als onderdeel van de deal zal het hoofdkantoor van de nieuwe onderneming naar Canada verhuizen om zo onder de belastingwetgeving in de VS uit te komen. Het aandeel Burger King klom maandag al 19,5 procent nadat de onderhandelingen tussen de twee bedrijven waren bevestigd.

Het aandeel Elektronicaketen Best Buy stond 4,5 procent lager. Het bedrijf zag de omzet in het afgelopen kwartaal verder dalen, omdat er steeds minder bezoekers naar de winkels van Best Buy komen.

Orders duurzame goederen VS hoger

Het Amerikaanse ministerie van Handel meldde dat de orders voor duurzame goederen in juli met 22,6 procent zijn gestegen op maandbasis, waarmee ze de sterkste stijging ooit lieten zien.

De orders werden gestuwd door de luchtvaartshow van Farnborough, die ervoor zorgde dat de bestellingen voor vliegtuigen met ruim 300 procent toenamen. De orders voor niet-militaire kapitaalgoederen, exclusief vliegtuigen, namen met 0,5 procent af.

Huizenprijs daalt overwacht

De gemiddelde huizenprijs in de 20 grootste steden van de Verenigde Staten is in juni met 0,2 procent gedaald ten opzichte van de voorgaande maand. Dat bleek dinsdag uit de S&P/Case Shiller-index, die de prijsontwikkeling weergeeft.

De afname was onverwacht. Economen voorspelden gemiddeld een stabilisering op het niveau van mei. In die maand gingen de prijzen met 0,3 procent omlaag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl