Over hogere lonen, soepeler ontslagrecht, langer werken en andere wezenlijke
zaken zijn ze het volstrekt oneens. Maar als woensdag het voorjaarsoverleg
van start gaat, zullen werkgevers en vakbonden in elk geval over één
onderwerp direct overeenstemming bereiken: Wouter Bos moet de geplande
btw-verhoging uitstellen.

In het regeerakkoord is afgesproken dat de btw per 1 januari 2009 van
19 naar 20 procent gaat. Maar volgens de FNV komt daardoor de koopkracht van
werknemers in gevaar. Werkgeversbond VNO-NCW is tegen omdat de btw-verhoging
slecht zou uitkomen nu de economie door de kredietcrisis in de problemen
dreigt te komen.

Redelijke argumenten? Dat valt te bezien. Dat hogere btw leidt tot lagere
koopkracht, is zeer de vraag. Met de twee miljard die de hogere btw
oplevert, wordt de WW-premie verlaagd. Werknemers krijgen de hogere btw dus
terug via hun loonstrookje.

Per saldo pakt dit juist voor werknemers positief uit. Alle
Nederlanders betalen btw, maar alleen werknemers dragen WW-premie af. In
feite zorgt de maatregel dus voor een lastenverschuiving van werknemers naar
niet-werknemers (ondernemers en inactieven).

Ook de argumenten van de werkgevers zijn niet al te sterk. Lastenverzwaring
tijdens een recessie is natuurlijk geen goed idee. Maar dat de Nederlandse
economie in een recessie belandt, is helemaal niet zeker. De leden van
VNO-NCW zien dat in elk geval niet zomaar gebeuren. Het Nederlandse
producentenvertrouwen is nog altijd zeer hoog.

Wie weet groeit de economie in 2009 stevig door. De btw-verhoging zou
dan voor de broodnodige afkoeling kunnen zorgen.

Uiteraard kunnen we tegen die tijd ook wel in een recessie zijn beland. Maar
dat geeft alleen maar aan dat het onzinnig is om te proberen de conjunctuur
te voorspellen en daar het belastingbeleid op af te stemmen. Daarvoor is de
economie gewoonweg te wispelturig.

Kan de btw dan toch omhoog per 1 januari? Nee. Er is een veel betere
reden om van de verhoging af te zien. Want ook al wordt de hogere btw in
principe via de WW-premie teruggeven, de belastingdruk stijgt onder dit
kabinet onrustbarend.

Door het totale pakket aan belastingmaatregelen die Balkenende IV doorvoert,
neemt de totale belastingsom toe tot 26,6 procent van het bruto binnenlands
product (bbp). Dat is het hoogste percentage sinds 1993. Vorig jaar ging van
iedere euro die in Nederland werd verdiend nog ‘slechts’ 25,8 procent als
belasting naar de Staat.

De lagere WW-premie weegt hier niet tegenop. De premiedruk daalt
slechts met 0,2 procentpunt van het bbp. De collectieve lastendruk
(belastingen plus premies) komt daardoor voor het eerst deze eeuw boven de
veertig procent uit.

Op middenlange termijn gaat dat ons welvaart kosten. Hoge belastingdruk
ontmoedigt ondernemerschap, vermindert het arbeidsaanbod en remt zo de
economische groei.

Tot voor kort hadden economen moeite om vast te stellen hoe groot dit effect
was. Maar onlangs publiceerde het gerenommeerde economenechtpaar Cristina en
Davis Romer (beide van Berkeley) een baanbrekende studie. Daaruit blijkt dat
een stijging van de belastingdruk met een procentpunt bbp leidt tot een
groeidaling van maar liefst twee tot drie procentpunt. De onderzoekers
spreken van een "snel, groot en zeer significant negatief effect op de
groei".

Het onderzoek heeft betrekking op de Amerikaanse economie, dus het
resultaat is niet één op één te vertalen naar de Nederlandse situatie. Aan
de ene kant zou het effect in een open economie als de Nederlandse kleiner
kunnen zijn, omdat een belastingverhoging sneller weglekt naar het
buitenland.

Aan de andere kant heeft Nederland nu al een veel hogere belastingdruk dan de
VS, waardoor de verstorende werking van een belastingverhoging in theorie
groter zal zijn.

Hoe het ook zij, de onderzoeksresultaten zouden reden moeten zijn om
lastenverlichting weer stevig op de politieke agenda te plaatsen. Om te
beginnen door van de btw-verhoging af te zien.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl