De slotweken van de overgangsfase van de Brexit komen eraan.

Er is enig optimisme dat het VK en de Europese Unie op het nippertje een basale handelsdeal kunnen sluiten.

Dit alles doet niets af aan het feit dat het VK hoe dan ook flink wat economisch nadeel gaat ondervinden van de Brexit.

De keuze om uit de douane-unie met de EU te stappen maakt veel verschil, aldus strategisch analist Andy Langenkamp.

ANALYSE – Na vele gemiste ‘essentiële’ deadlines is het dan nu toch zo ver: binnen minder dan zes weken is de transitiefase van de Brexit voorbij en moet een handelsakkoord op tafel liggen tussen Brussel en Londen om te voorkomen dat de relaties terugvallen naar de basale regels van de Wereldhandelsorganisatie. 

De contouren van een deal waarin ook overeenstemming bereikt wordt over bijvoorbeeld de visserij, zijn wel zichtbaar. Voor de visserij gaat bijvoorbeeld waarschijnlijk gelden dat Europese vissers tijdens een transitieperiode nog ruimhartig toegang krijgen tot Britse wateren. De Britten kunnen dan in de tussentijd hun vloot uitbreiden om later ook daadwerkelijk goed gebruik te kunnen maken van hun eigen wateren.

De EU wil graag een akkoord bereiken te midden van onder meer de coronacrisis en het komende afscheid van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die aan haar nalatenschap werkt. Bovendien is inmiddels wel duidelijk gemaakt aan andere landen die een EU-exit zouden kunnen overwegen, dat dit gepaard gaat met (te) veel ellende en onzekerheid.

Het VK zal uiteindelijk toch het meeste water bij de wijn moeten doen. Dat wist de huidige Britse hoofdonderhandelaar David Frost al in 2016 – toen nog in de hoedanigheid van voorzitter van de Scotch Whisky Association. Hij schreef destijds: “It will be Britain that has to make the concessions to get the deal.”

En Frost meende destijds ook dat handelsakkoorden met de VS, Japan en India niet genoeg compensatie zouden bieden voor het verlies aan handel met de EU bij een harde of  no deal-Brexit: “The orders of magnitude are different and it simply isn’t worth jeopardising access to the single market for the sake of global trade.”

Compromis dichtbij voor Brexit-deal

Inmiddels zijn er ruim vier jaar verstreken sinds het Brexit-referendum en ligt een acceptabel compromis voor het grijpen. Geen verstandig politicus zal met alle corona-ellende nog opzettelijk extra tegenslag willen oproepen door zonder akkoord  de scheiding tussen het VK en de EU te beslechten.

Tegelijk is het verschil tussen een no deal-Brexit en de deal die waarschijnlijk komende weken wordt gesloten, relatief klein. Deal of geen deal: op 1 januari staan de Britten definitief buiten de Europese douane-unie en dus zullen er grenscontroles komen die er in deze huidige overgangsperiode nog niet zijn.

Zelfs met een deal moeten dan exportverklaringen worden ingevuld en zal sprake zijn van veel andere rompslomp. Chauffeurs zullen hoe dan ook tegen problemen aanlopen en de opslagcapaciteit voor goederen in het VK is beperkt, waardoor aanvoerketens problemen zullen ondervinden.

Een ander voorbeeld van pijn voor de Britten - ook met een deal - is de verhuizing van financiële activiteiten naar het continent en de oprichting van dochterbedrijven van financiële instellingen in Europa die toch weer wat handel afsnoepen van financieel centrum Londen.

Een derde illustratie van tekenen dat de Britten hoe dan ook inleveren, is dat sinds het Brexit-referendum de kennissamenwerking van Britten binnen de EU onder het Horizon 2020-researchprogramma sterk is afgenomen.

In 2016 hadden 16.000 Britse bedrijven researchpartners in Europa. Drie jaar later was dit aantal onder de 9.000 gedaald. Dit is des te schrijnender, aangezien het aantal Duitse, Franse en Italiaanse samenwerkingsverbanden over diezelfde periode steeg met een kwart tot een derde.

Geopolitiek neemt de invloed van het VK af door de Breit

Ook geopolitiek zal het VK terrein prijsgeven, of het nu wel of geen deal sluit voor 31 december. Zo was Londen altijd de logische diplomatieke brug tussen Washington en Europa. Maar zonder vinger in de pap in Brussel is het maar de vraag of niet bijvoorbeeld Ierland die rol overneemt van het VK.    

Kortom, de woorden van de baas van de haven van Calais moeten goed in het achterhoofd gehouden worden:  “Deal of geen deal komt voor ons vrijwel op hetzelfde neer,” zei hij het tegenover het Hogerhuis.

Voor de economische groei van het VK op de langere termijn zal het dus waarschijnlijk niet heel veel verschil maken of sprake wordt van een harde Brexit met deal of een snoeiharde zonder deal.

Het VK stond er al niet best voor vergeleken met veel andere grotere economieën en een eventuele Brexit-deal zal daarin niet veel verandering brengen. Al kan even sprake zijn van opluchting bij een akkoord, omdat er dan in elk geval enige duidelijkheid is.

De kans dat Britse aandelen nog veel terrein verliezen lijkt hoe dan ook klein. De FTSE 100-index presteert namelijk al lange tijd zwakker dan andere Europese aandelenindices. Met andere woorden, veel van de Brexit-pijn lijkt al verdisconteerd.

Andy Langenkamp is senior politiek analist bij ICC Consultants, een onafhankelijk adviesbureau en researchhuis gespecialiseerd in valuta-, rente- en financieringsvraagstukken. Op het researchplatform van ICC leest u de analyses van een team van economen, technische analisten en Andy over financiële markten, economie en politiek.