Gerrit Zalm was er vroeg bij om zijn voorganger af te branden. Twee dagen voor
Prinsjesdag had hij zijn oordeel over de begroting van Wouter Bos al klaar.

De 2,5 miljard lastenverlichting die het Kabinet voor 2009 in de boeken
heeft staan, is volgens Zalm een ‘ongedekte cheque’ en bovendien ‘in strijd
met de begrotingsregels’. Bos houdt zich niet aan de Zalmnorm.

De huidige minister van Financiën zelf, ziet dat natuurlijk heel anders. Met
opvallende flair en zelfvertrouwen presenteert hij zijn Miljoenennota. Het
is een droombegroting, midden in de nachtmerrie van de internationale
kredietcrisis.

“Ondanks de afkoelende economie,” schrijft Bos, “laat de rijksbegroting een
overschot zien, blijft de koopkracht op peil, wordt de arbeidsparticipatie
bevorderd en innovatie en winstgevendheid van het bedrijfsleven
gestimuleerd”. Dat is niet mis.

Wie heeft er gelijk, Zalm of Bos? Die vraag heeft helaas geen
eensluidend antwoord.

Zalm heeft in principe gelijk met zijn vaststelling dat de begrotingsregels
worden overtreden. Maar niet voor de volle 2,5 miljard euro aan
lastenverlichting. Daarvan is 2 miljard wel degelijk gedekt. Bos' zonde
bedraagt dus een half miljard.

Overigens heeft Zalm boter op zijn hoofd, want op andere terreinen is Bos veel
strenger dan Zalm vroeger zelf was. Zo gaan bij Bos de meevallers bij de
gasinkomsten, die dankzij de hoge olieprijs flink oplopen, in z’n geheel
naar aflossing van de staatsschuld.

Zalm was op dat gebied niet zo streng in de leer. Hij liet
aardgasmeevallers in het Fonds Economische Structuurversterking lopen (FES),
om een deel van geld er vervolgens met listige trucjes weer uit te halen, en
gewoon uit te geven.

Ook met de daling van de rentelasten, die de voortijdige aflossing van de
staatsschuld oplevert, gaat Bos netter om. Zalm gebruikte rentemeevallers
vaak om gaten in de begroting te dichten, bij Bos gaat het geld - zoals het
hoort - naar verdere aflossing van de staatsschuld.

Die schuld loopt dan ook fors terug. In 2009 zal de staatsschuld als
percentage van het bbp ongeveer 40 procent bedragen. Dat is het laagste
niveau sinds 1815, laat het ministerie trots weten.

Er zal onder Bos geen sprake zijn van begrotingstekorten. Dit en
volgend jaar kan hij een prachtig overschot op de begroting presenteren, ter
waarde van 1,3 procent van het bbp. Dat is zelfs beter dan bij aanvang van
het kabinet was afgesproken.

Als de Nederlandse economie volgend jaar in een echte recessie belandt (iets
wat het Centraal Planbureau overigens niet verwacht) zal het overschot
ongetwijfeld lager uitvallen. Maar uiteindelijk wordt Bos deze
kabinetsperiode afgerekend op het structurele begrotingsoverschot, dus
geschoond voor conjunctuur. En dat blijft er prima uitzien.

Natuurlijk, zonder de gasmeevallers zou de begroting er veel minder
fraai zijn. Het zogenoemde ‘robuuste saldo’, waarbij zowel voor conjunctuur
als gasinkomsten is gecorrigeerd, vertoont in 2009 geen overschot maar een
tekort van maar liefst 2,1 procent, meldt het Centraal Planbureau.

Met andere woorden: als later deze eeuw het gas op is, moet er toch flink
worden bezuinigd. De houdbaarheid van de staatsfinanciën wordt er onder Bos
niet beter op. En dat is wel tegen de afspraken van het regeerakkoord.

Ook aan de uitgavenkant bevat de Miljoenennota slordigheden. Door een
bizarre rekenmethode kan het Rijk volgend jaar twee miljard euro meer
uitgeven.

De hoge grondstof- en voedselprijzen hebben de inflatie in 2008 enorm
opgedreven. Volgens de begrotingsregels worden de ministeries daarvoor
gecompenseerd.

Maar de ambtenarenlonen zijn veel minder snel gestegen dan de inflatie. De
ministeries krijgen daardoor per saldo gewoon meer koopkracht. Deze
‘meevaller’ wordt onder andere gebruikt om de tegenvallers in de
kinderopvang te betalen.

‘Een interne ruilvoetverbetering,’ noemt men dit in het Haagse jargon.
Onterechte uitgavenstijging zou een betere term zijn.

De conclusie moet zijn dat Bos op een paar punten strenger is dan zijn
voorganger, maar per saldo toch de teugels laat vieren. Lastenverlichting is
deels ongedekt en door een rare rekenregel mogen ministeries meer uitgeven
dan gepland.

Een andere vraag is of dat erg is. Met zwaar economisch weer op komst, is een
kwistige overheid misschien wel precies wat we nodig hebben.

De lastenverlichting kan het consumentenvertrouwen weer wat oppeppen. Extra
uitgaven stimuleren de binnenlandse vraag. Er zijn slechter momenten om de
teugels te laten vieren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl