Bij familiebedrijf Bavaria is Frank Swinkels (37) verantwoordelijk voor de
financiën en voor export. De combinatie CFO en exportdirecteur zorgt er naar
eigen zeggen voor dat hij geen rare dingen doet met het geld.

"Het dwingt me om niet te kijken naar snel gewin op de korte
termijn, maar juist om de lange termijn veilig te stellen. Dat zit ook heel
erg in de aard van het bedrijf. Een van onze belangrijkste doelen is om het
bedrijf door te geven aan de volgende generatie. De familie is ook de
aandeelhouder, dus de druk om superwinsten te halen, is niet aanwezig."

Dat is ook de reden dat Swinkels zich weinig zorgen maakt over de financiële
situatie van Bavaria: "Het bedrijf heeft een heel sterke balans. Het
bedrijf is financieel zeer conservatief. Dat zit er heel diep ingebakken
hier."

Over de komende recessie maakt Swinkels zich niet heel veel zorgen: "Bier
is een onmisbaar levensmiddel. Mensen blijven eten en drinken. Wel zal het
zo zijn dat consumenten minder uitgaan, dus in het horecaverbruik gaan we
het merken. Maar thuis zullen mensen zeker bier blijven drinken."

"We hebben als bedrijf sinds 1719 alle grote crises doorstaan. Dus
we hebben wel wat ervaring met slechte tijden", aldus Swinkels. Hij
verwacht dan ook geen ontslagen voor het komende jaar.

Het was voor Swinkels niet vanzelfsprekend dat hij aan de slag zou gaan in het
familiebedrijf. Na zijn studie ging hij aan de slag bij de internationale
bank HSBC in Duitsland, waar hij ruim zeven jaar werkte. Toen in 2002 de
opvolgingskwestie bij Bavaria weer opspeelde, vroeg zijn familie hem om toe
te treden tot de directie van het bedrijf.

"Het was een bewuste keuze om eerst iets anders te gaan doen. Dat is
beter voor mezelf en voor het bedrijf. Als je hier binnen komt als Swinkels,
zijn er toch bepaalde verwachtingen. Het is gemakkelijker, ook voor jezelf,
als je je eerst ergens anders bewezen hebt."

Frank Swinkels is een van de zevende generatie Swinkels binnen Bavaria.
Van zijn generatie werken er inmiddels 27 familieleden binnen het bedrijf.
Zijn vader was verantwoordelijk voor inkoop en productie, ze hebben een jaar
samengewerkt tot z'n vader in 2004 met pensioen ging. "Op
familiefeestjes hebben we het ook wel over andere dingen, maar de brouwerij
maakt er een groot deel van uit."

"Binnen het bedrijf kan het er hard aan toegaan, we zijn het immers niet
altijd eens. Maar er is het besef dat we samen door een deur moeten. Daarom
moeten we op zoek naar een oplossing die het beste is voor het bedrijf. Van
collega’s neem je afscheid, je familie is voor altijd. Omdat we een
familiebedrijf zijn, is de kans op fraude ook nihil", meent hij.

Als zijn grootste prestatie binnen het bedrijf, noemt Swinkels het
uitbreiden van de productie in het buitenland. "Drie jaar geleden
brouwden we al het bier nog in Lieshout, nu wordt het op vijf plaatsen in de
wereld geproduceerd."

Tussen gigantische brouwconcerns als Heineken, Inbev en SabMiller is Bavaria
maar een kleine speler. Maar volgens Swinkels zit daarin deels het
onderscheidend vermogen van de onderneming. "Omdat we een klein
onafhankelijk bedrijf zijn, krijgen we veel sympathie. Dat er een familie
achter zit, helpt ook. We krijgen veel gedaan. Voor Bavaria City Racing
hebben we bijvoorbeeld het Rode Plein in Moskou afgezet. Dat was nog nooit
een bedrijf gelukt."

En in zekere zin, heeft Bavaria op een aantal vlakken profijt van Heineken. "Nederland
is na Mexico de grootste exporteur van bier. Wij kunnen meeliften op de
volumes die Heineken afzet, omdat het Nederland op de kaart zet als bierland."

De afgelopen vijf jaar steeg de export van bier met 45 procent. De
grootste groei zit in het voormalige Oostblok, het Midden-Oosten en Afrika.
Van al het bier dat Bavaria maakt, wordt nog maar 30 procent in Nederland
gedronken.

Niet alle buitenlandse markten groeien even hard. Met China maakte Swinkels
een inschattingsfout. "Ik wilde te snel, ben er met te veel
enthousiasme begonnen. China is een groeiend bierland, dus ik dacht dat het
er vanzelf zou gaan. Dat is flink tegengevallen. We zijn er in 2004
begonnen, en hadden gedacht dat China binnen vijf jaar aan de volumegroei
zou bijdragen. Dat is niet gelukt. We verkopen er nog wel bier, maar
verhoudingsgewijs zijn we een marginale speler."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl