• Aandelenbeurzen hebben een uiterste rooskleurig economisch scenario ingeprijst voor dit jaar, waarbij de economie nauwelijks problemen ondervindt.
  • Toch blijft de vraag hoe realistisch dit is.
  • Analisten Maarten Spek en Andy Langenkamp van ECR Research en ICC Consultants voorzien nog de nodige uitdagingen voor 2023.

ANALYSE – Slagen westerse consumenten, bedrijven, investeerders en overheden erin de economische ballon verder op te pompen, zodat we nog hoger zweven, of is een zachte dan wel harde landing van de economie onontkoombaar?

Centrale banken zijn van plan beleidsrentes verder te verhogen dit jaar om de hardnekkig hoge inflatie te beteugelen. Doel is de inflatie weer bij het gewenste niveau van 2 procent te krijgen.

Verdere renteverhogingen brengen echter het risico mee dat de economie zo sterk afkoelt, dat deze in een recessie belandt. Voor 2023 liggen er daarmee drie economische scenario’s klaar.

1) Zachte landing van de economie

In dit scenario zijn de meeste problemen rond krapte bij de aanbodzijde van de economie opgelost en dalen grondstoffenprijzen (verder). De inflatie neemt gestaag af doordat sterke prijsstijgingen van een jaar geleden uit de cijfers wegvallen in de komende maanden.

Ook zal blijken dat de verkrapping van het monetaire beleid de economie voldoende afremt om de arbeidsmarkt af te koelen. Dit zal echter niet tot een recessie te leiden, omdat consumenten nog veel spaargeld hebben, reële inkomens gesteund worden door de lagere inflatie, overheden een ruim fiscaal beleid voeren en de Chinese economie harder groeit.

2) Harde landing van de economie

In dit scenario kan de inflatie alleen worden beteugeld met behulp van een recessie. Verschillende indicatoren die in het verleden betrouwbare waarschuwingssignalen bleken voor een recessie (waaronder een inverse rentecurve en daling van de Leading Economic Indicators) wijzen momenteel op een groot recessierisico.

Daarnaast hebben centrale banken in korte tijd het monetaire beleid zo snel verkrapt dat – gezien de hoge schuldenniveaus – dit vrijwel zeker nog een aanzienlijk negatief effect op de economie gaat hebben.

Ook is het maar de vraag hoe snel de inflatie daalt als gevolg van zwakkere groei en krapper monetair beleid.

Zo is de oorlog in Oekraïne is voorlopig niet ten einde en stimuleert hogere Chinese groei de vraag naar grondstoffen. Grondstoffenprijzen kunnen hierdoor weer stijgen, ook omdat grondstoffenvoorraden relatief laag zijn en er de afgelopen jaren in verhouding weinig in de grondstoffenindustrie is geïnvesteerd.

Verder is de arbeidsmarkt in de VS en veel Europese landen structureel krapper geworden. Dit zorgt voor extra opwaartse druk op de lonen.

Dit alles betekent dat centrale banken de inflatie alleen onder controle kunnen krijgen als de werkloosheid stijgt en loonstijgingen fors afzwakken. In het verleden ging een dergelijke stijging van de werkloosheid bijna altijd gepaard met een recessie.

3) Economie blijft groeien

In het derde scenario loopt de economische groei de komende kwartalen op. In China mogen consumenten weer vrijelijk spenderen, terwijl in de VS en in Europa krappe arbeidsmarkten, aanhoudend optimisme op de beurs en lagere energieprijzen het vertrouwen van consumenten positief beïnvloeden.

De groei wordt ook geholpen worden door meer investeringen in duurzame energie en verbetering in de aanvoer van productieketens.

Kans op harde landing blijft groot

Aandelenmarkten verdisconteren steeds meer een zachte landing van de economie en de speculatie neemt toe op het geheel afwenden van een recessie. Toch blijft de kans op een harde landing het grootst.

Lage productiviteitsgroei en demografische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de potentiële groei in de VS en Europa laag ligt. Verder zijn de totale schulden uitgedrukt in een percentage van het nationaal inkomen erg hoog.

Daarnaast is veel vermogen geïnvesteerd onder de aanname van laagblijvende rentes. Hierdoor zijn veel beleggingen heel gevoelig voor hogere rentes. Tegen deze achtergrond hebben de vele en snelle renteverhogingen het risico op een diepere recessie sterk verhoogd.

Dat (vooralsnog) geen sprake van recessie is, komt doordat diverse motortjes de economie voorlopig draaiende houden:

  • Overheden voeren nog steeds een ruim fiscaal beleid.
  • Consumenten en bedrijven hebben de afgelopen jaren veel geleend tegen lage en vaste rentes en voelen rentestijgingen nog maar beperkt.
  • Opgepotte spaargelden worden aangewend voor bestedingen.
  • Aan de productie is sprake van een inhaalslag als gevolg van afnemende problemen met toeleveringsketens.

Tegenover deze verzachtende factoren die de komst van een recessie tot nog toe hebben tegengehouden, staan een aantal negatieve krachten die de overheid kunnen krijgen.

  • Amerikaanse huishoudens zijn in de tweede helft van dit jaar door hun extra opgepotte spaargelden heen. Bovendien zou het niet verbazen als huishoudens een groot deel van het resterende opgepotte geld niet uitgeven. Een groot deel daarvan zit bij de rijkere huishoudens die sowieso minder geneigd zijn om spaargeld uit te geven.
  • Daarnaast zullen dalende huizenprijzen en afnemende baanzekerheid consumenten huiverig maken om meer uit te geven.
  • Omdat de meeste supply side-problemen nu verholpen zijn, wordt het positieve effect van het afnemen van de problemen rond toeleveringsketens steeds kleiner. Dit kan zelfs omslaan in minder orders en de afbouw van hoge voorraden bij bedrijven.
  • Rond de zomer dreigen weer spanningen rondom het Amerikaanse schuldenplafond te ontstaan.
  • De druk om in Europa een krapper fiscaal beleid te gaan voeren, zal toenemen. Eind dit jaar vervallen de tijdelijke uitzonderingen voor de Europese begrotingsregels.
  • Lagere nominale economische groei, hoge voorraden en stijgende loonkosten zullen bedrijfswinsten onder neerwaartse druk houden.
  • Het einde van het Chinese zero-Covid-beleid geeft vooral de dienstverlenende sectoren in China en omringende landen een impuls. De positieve effecten op de rest van de wereldeconomie zullen beperkt blijven.
  • Chinese huishoudens zullen waarschijnlijk maar relatief weinig van hun spaargelden uitgeven. Door de onroerendgoedcrisis staat het consumentenvertrouwen onder druk en meer huishoudens willen hypotheekschulden aflossen.

Nadat eerder al Chinese spionageballonnen klapten, zullen later dit jaar waarschijnlijk de nodige zeepbellen op financiële markten knappen.

Wanneer aandelenbeleggers hun risicopercepties gaan bijstellen, neemt de kans op neerwaartse druk op risicovollere beleggingen toe. Koersen van staatsobligaties kunnen dan weer stijgen, doordat gezocht wordt naar veilige havens. Goud kan daarbij ook profiteren.

Maarten Spek is senior analist Financiële Markten en Andy Langenkamp is Senior Politiek Analist bij ECR Research en ICC Consultants