De Amerikaanse effectenbeurzen zijn vrijdag, ondanks een hogere opening waarbij de S&P-500 index zelfs een tussentijdse recordstand bereikte, met verlies het weekeinde ingegaan.

Geremd door onzekerheid over de gevolgen van nieuwe westerse sancties tegen Rusland hielden veel beleggers hun kruit droog.

Optimisme over de Amerikaanse economie dreef de afgelopen week de koersen op. Alleen woensdag deed Wall Street een stapje terug, toen Fed-voorzitter Janet Yellen liet doorschemeren dat de centrale bank de rente mogelijk eerder zal verhogen dan tot dusver werd aangenomen.

Nieuwe positieve impulsen bleven vrijdag evenwel uit, waardoor de geopolitieke spanning over de Russische annexatie van de Krim toch weer naar de voorgrond kwam.

De leidende Dow-Jonesindex eindigde na een grillige handelssessie 0,2 procent in de min op 16.302,70 punten. De bredere S&P 500 daalde 0,3 procent tot 1866,44 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq ging 1 procent omlaag en sloot op 4276,79 punten.

Nike grote verliezer

De grote verliezer onder de hoofdfondsen was de fabrikant van sportartikelen Nike. Het bedrijf kwam donderdag nabeurs met hogere dan verwachte winstcijfers over het afgelopen kwartaal, maar waarschuwde beleggers dat de winst onder druk blijft staan door de sterke koers van de dollar. Het aandeel verloor ruim 5 procent. Verder waren onder meer farmaceut Merck en de bank Goldman Sachs uit de gratie met koersdalingen van 1,7 en 1,3 procent.

Een andere opvallende daler was Symantec met een verlies van bijna 13 procent. De producent van beveiligingssoftware heeft topman Steve Bennett de laan uitgestuurd. Hij was nog geen 2 jaar in functie. Het bedrijf heeft de laatste tijd moeite de overgang van computers naar mobiele apparaten als smartphones en tablets bij te benen.

De sterkste stijger bij de hoofdfondsen in New York was medicijnenmaker Johnson & Johnson met een winst van 1,9 procent. Fabrikant van zware machines Caterpillar en winkelconcern Wal-Mart volgden met koerswinsten van respectievelijk 1,2 en 1 procent.

De euro was 1,3795 dollar waard, tegen 1,3797 dollar bij het slot van de Europese beurshandel eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse ruwe olie van 159 liter steeg met 0,6 procent tot 99,51 dollar. Brentolie werd 0,5 procent duurder en bracht per vat 106,95 dollar op.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl