Gelet op de turbulentie op aandelenmarkten de afgelopen weken, is het de vraag
waar beleggingen nog veilig zijn. Menig belegger is naarstig op zoek naar
zogenoemde veilige havens. Wat zijn daarbij de favorieten?
Goud
Goud staat met stip op de eerste plaats en wordt niet voor niets wel eens
omschreven als gestold angstzweet. De prijzen van het edelmetaal breken
record na record nu beleggers wereldwijd in de ban zijn van de vrees voor
een nieuwe recessie en de schuldencrisis nog lang niet bezworen is.
Maar of goud zijn belofte waar kan maken als ultieme veilige haven? Twee
economen van de Universiteit van Dublin deden er onderzoek naar. Ze kwamen
tot de conclusie
dat goud over het algemeen zeer kortstondig als veilige haven kan worden
beschouwd. Een belegger die kort na een schok op aandelenmarkten in goud
stapt, is vaak te laat en loopt een groot risico op verlies, stellen de
economen.
Zwitserse frank of Noorse kroon
De Zwitserse frank is ook in trek dezer dagen. Maar kan Zwitserland de
belegger echt beschutting bieden tegen de storm op aandelenmarkten? De munt
is in geen tien jaar zo duur geweest ten opzichte van de euro. Dit is weer
slecht voor de concurrentiepositie van de Alpenstaat ten opzichte van andere
landen.
Een andere valuta die bekend staat als een mogelijke veilige haven is de
Noorse kroon. Noorwegen bulkt van de olie en gas en heeft doorgaans een
stabiele reputatie. Al is de koers van de Noorse kroon ten opzichte van de
euro wel wat weggezakt na het bloedbad dat Anders Breivik aanrichtte.
Obligaties
Voor beleggers die op zoek zijn naar een veilige haven zijn obligatieleningen
wellicht ook een optie. Al is de ene obligatie de andere niet.
Staatsobligaties van veilige landen zoals Duitsland zijn sterk in trek; en
opvallend genoeg heeft Amerikaans staatspapier nog nauwelijks geleden onder
de verlaging van de kredietstatus van de VS door bureau Standard and Poors.
Gevolg is wel dat het rendement op staatsobligaties van sterke landen laag is.
Het rendement op een 10-jarige Duitse staatsobligatie daalde deze week tot
2,19 procent. Dat is nog minder dan je vangt op een spaarrekening. Ook het
rendement op Nederlandse en Amerikaanse staatsobligaties is niet om over
naar huis te schrijven.
Toch bodemvissen?
Superbelegger Warren Buffett zei eens: “Wees angstig wanneer anderen hebberig
zijn en wees hebberig wanneer anderen angstig zijn”. Dat adagium brengt
Buffett dezer dagen in de praktijk.
De topbelegger heeft nog volop vertrouwen in de economie. Tegenover het blad
Fortune verklaarde
Buffett deze week: "Hoe lager de koersen, hoe meer ik koop. Dat is ons
vak, kopen"
Een simpele manier om een idee te krijgen of een aandeel relatief goedkoop is,
biedt de zogenoemde koers-winstverhouding (k/w). Door de huidige koers van
het aandeel te delen door de winst per aandeel, weet je hoeveel keer de
winst van een bedrijf op de beurs wordt betaald door beleggers.
Bedrijven met veel groeipotentieel hebben doorgaans een hogere
koers-winstverhouding, dan ondernemingen met bijvoorbeeld een stabiele
inkomstenstroom maar beperkte groeikansen.
Koopjes
De aandelenkoersen van banken en verzekeraars hadden het de afgelopen weken
zwaar te verduren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in Nederland
bankverzekeraar ING en verzekeraar Aegon een relatief lage
koers-winstverhouding hebben, respectievelijk van 4,5 en 5,8. Dit op basis
van de gemiddelde winstverwachting van analisten voor dit jaar, zoals
bijgehouden door bureau Factset.
Ook navigatiespecialist TomTom oogt niet duur, als je naar de
koers-winstverhouding van 6,7 kijkt. Al zijn er uiteraard ook goede redenen
te verzinnen, waarom specifieke bedrijven goedkoop zijn op de beurs.
Zo spelen de vooruitzichten van de winstgevendheid van het bedrijf een grote
rol. Wanneer de kans groot is dat er tegenvallers opduiken met betrekking
tot de winstontwikkeling, is een lage koers-winstverhouding niet meer dan
normaal.
Bedrijven die als defensief te boek staan, dat wil zeggen relatief goed
bestand tegen economische tegenwind, kennen momenteel veelal hogere
waarderingen. Unilever en Heineken bijvoorbeeld hebben voor dit jaar een
koers-winstverhouding van respectievelijk van 14,4 en 13,3.
Dividendrendement
Een andere manier om aantrekkelijke aandelen te identificeren is door te
kijken naar het dividendrendement. Dit is het resultaat van de verwachte
winstuitkering gedeeld door de koers van een aandeel. Hoe hoger, hoe beter.
Bedrijven die relatief gunstig geprijsd ogen wat betreft de
koers-winstverhouding, scoren vaak minder met het dividendrendement. Zowel
ING als TomTom bijvoorbeeld keren dit jaar naar verwachting geen dividend
uit. Het dividend van Aegon komt dit jaar, afgezet tegen de koers, naar
verwachting uit op 2,97 procent. Ook niet echt een vetpot.
Voor een hoog dividendrendement moet je bij KPN en PostNL zijn, met
percentages die bij de huidige koersniveau's op 8,5 en 8,4 procent liggen.
Al blijft de vraag natuurlijk of bedrijven in zwakke tijden een relatief
hoge dividenduitkering kunnen handhaven.
Wie selecteert op basis van een zo hoog mogelijk dividendrendement moet ook
opletten of bedrijven niet te véél dividend uitkeren. Dit kan de
winstgevendheid op langere termijn namelijk schaden, als een onderneming
onvoldoende in zichzelf investeert.
Zo heeft - net als bij voetbal - ieder beleggingsvoordeel ook zijn nadeel. Wie
voor veilig gaat, moet genoegen nemen met minder rendement. Wie meer
rendement wil, loopt meer risico.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl