De drie partijen denken vooral aan het aanpakken van de taalachterstand bij
ouders die hun kinderen hier naar school sturen.
Tweede Kamerlid Jeroen Dijsselbloem van de PvdA pleit voor een verbrede
leerplicht, waardoor ouders van Poolse kinderen die in Nederland naar school
gaan een taalcursus moeten volgen. De VVD wil Poolse kinderen op een vroege
leeftijd taalles geven. Madeleine van Toorenburg (CDA) wil verplichte
opvoedingsondersteuning voor Oost-Europese ouders.
Oost-Europese arbeidsmigranten kunnen, in tegenstelling tot nieuwkomers
uit bijvoorbeeld Marokko of Turkije, niet verplicht worden tot
inburgeringscursussen, omdat ze ingezetenen zijn van een EU-lidstaat.
Maar volgens Dijsselbloem en Van Toorenburg betekent dat niet dat er geen
inburgeringsproblemen zijn. "Het gaat weliswaar om Europeanen, maar ze
hebben toch een wat andere cultuur en een ingewikkelde taal," zegt Van
Toorenburg.
Het is niet bekend hoe groot de groep Oost-Europeanen is die zich
blijvend in Nederland vestigt. Dijsselbloem en Van Toorenburg gaan ervan uit
dat het niet om grote aantallen gaat. "De meesten zullen teruggaan,"
verwacht Dijsselbloem. "Maar een deel zal blijven." Hij wil daarom dat er
snel wetgeving komt om taalprobelmen te kunnen aanpakken. "Anders zijn we
straks weer niet goed voorbereid."
CDA, PvdA en VVD willen ook dat gemeenten migranten die aankloppen om een
uitkering, verplichten tot taalcursussen. Dat kan al binnen de huidige
wetgeving, maar volgens Dijsselbloem gebeurt dat lang niet overal. Gemeenten
schrikken volgens hem soms terug voor de kosten van die cursussen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl