In navolging van de Scandinavische landen heeft Duitsland in 2007 een nieuwe
regeling voor ouderschapsverlof ingevoerd. Sindsdien kunnen jonge ouders bij
elkaar gedurende veertien maanden betaald ouderschapsverlof opnemen.
De uitkering, het zogenoemde Elterngeld, bedraagt 67 procent van het
gemiddelde loon van het afgelopen jaar, met een minimum van driehonderd, en
een maximum van achttienhonderd euro per maand.
De regeling is bedoeld om de carrièrekansen van vrouwen te verbeteren en
belangrijker nog: het geboortecijfer op te krikken, zo stond woensdag te
lezen in het Financieele Dagblad.
Een jaar na dato is de regering Merkel enthousiast. Steeds meer vaders nemen
ouderschapsverlof en het aantal geboorten is daadwerkelijk toegenomen. Of
dit ook werkelijk door de nieuwe regeling komt, is de vraag, maar goed.
Reden genoeg om eens naar de Nederlandse situatie te kijken. In
Nederland is ouderschap in principe onbetaald, tenzij er in de cao is
afgesproken dat dit anders is.
Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat in veertien
procent van de onderzochte cao's hier afspraken over zijn gemaakt.
Ambtenaren kennen bijvoorbeeld een vrij royale regeling voor
ouderschapsverlof, al is die vorig jaar wel versoberd.
Ouders van kinderen tot acht jaar hebben in ieder geval recht op een
verlofperiode van dertien keer de duur van hun werkweek. Per week mogen ze
in principe maximaal de helft van hun normale arbeidsduur opnemen, maar als
de werkgever akoord gaat, mogen er meer uren per week worden opgenomen.
Dit Nederlandse ouderschapsverlof van dertien weken is internationaal gezien
kort, maar hier gaat het kabinet iets aan doen. Afgelopen Prinsjesdag
kondigde het kabinet aan het ouderschapsverlof per 1 januari 2009 te willen
verlengen van dertien naar 26 weken.
Voor zover bekend, blijft het ouderschapsverlof echter onbetaald. Wel
kun je je levenslooptegoed inzetten voor ouderschapsverlof. Maar ja, dan
moet je wel een levensloopregeling hebben.
Wat veel mensen niet weten is dat iedereen die met ouderschapsverlof gaat en
een levensloopregeling heeft een extra belastingkorting krijgt. Deze
zogenoemde ouderschapsverlofkorting bedraagt bij fulltime verlof ongeveer
650 euro per maand.
Om voor ouderschapsverlofkorting in aanmerking te komen, hoef je niet
daadwerkelijk levenslooptegoed op te nemen. Ook hoeft de rekening niet vol
te zijn. Je kunt gewoon een tientje op een levensloopregeling parkeren, met
ouderschapsverlof gaan en de belastingkorting opstrijken.
Hiermee geeft het kabinet een heel raar signaal af, zegt Saskia
Keuzenkamp van het Sociaal en Cultureel Planbureau. "Er bestaat in
Nederland dus in feite een vorm van betaald ouderschapsverlof. Alleen zit
het zo verstopt in een of andere regeling dat haast niemand dit weet. Ben je
als kabinet dan dus voor of tegen betaald ouderschapsverlof?"
Zelf denkt Keuzenkamp dat betaald ouderschapsverlof een goede zaak is. "Uit
internationaal onderzoek blijkt dat langerdurend en beter ouderschapsverlof
leidt tot een hogere arbeidsdeelname van vrouwen," zegt zij.
Is het ouderschapsverlof betaald, dan nemen vooral mannen het vaker op.
Dit leidt niet tot een hogere arbeidsdeelname van mannen, maar wel tot een
betere verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen.
Hier dient echter wel een kanttekening bij te worden geplaatst. Uit een
onderzoek uit 2000 blijkt volgens Keuzenkamp dat mannen niet blijvend meer
gingen zorgen, wat natuurlijk wel de bedoeling was. Of dit anno 2008 nog
steeds zo is, is niet bekend.
Wat volgens Keuzenkamp niet goed is aan de Duitse regeling, is dat de ouders
samen recht hebben op veertien maanden verlof. Een ouder mag maximaal 12
maanden opnemen, de laatste twee maanden kunnen dan alleen nog door de ander
worden opgenomen.
In de praktijk leidt dit ertoe dat vrouwen twaalf maanden opnemen en mannen
maar twee. Wil je arbeid en zorg beter verdelen, dan is het beter ouders een
individueel recht op ouderschapverlof te geven dat ze niet kunnen
overdragen. Dit is in Nederland dus beter geregeld.
Niet geheel verrassend is ook de FNV een groot voorstander van betaald
ouderschapsverlof. De bond wil uiteindelijk toe naar ouderschapsverlof tegen
zeventig procent van het loon. Op de korte termijn heeft de vakcentrale
echter een ander voorstel bij het kabinet neergelegd. Namelijk om mensen te
laten kiezen tussen dertien weken ouderschapsverlof tegen honderd procent
van het minimumloon of de versie die het kabinet heeft aangekondigd: 26
weken met recht op een de helft van het minimumloon.
Ook voor werkgevers zou dit volgens de bond een goede optie zijn: zij missen
een werknemer natuurlijk liever dertien weken dan 26 weken.
Wat het kabinet doet, is nog even afwachten. Het wetsvoorstel dat het
ouderschpasverlof moet aanpassen, is er nog niet.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl