Shell heeft maatregelen aangekondigd die erop duiden dat het dieptepunt van de oliecrisis achter de rug lijkt te zijn.

De olie- en gasgigant geeft zijn aandeelhouders van het lopende kwartaal niet meer de keuze om dividend deels in aandelen te ontvangen. Het keuzedividend wordt vervangen door een winstuitkering in contanten.

Het aandeel steeg meteen 2,4 procent en was daarmee de grootste stijger in de AEX.

De volledige uitkering van dividend in contanten kan worden gezien als een teken van het herstel van de kapitaalpositie van het bedrijf. Voor dividend in aandelen hoeft een bedrijf minder geld in kas te hebben.

Het keuzedividend werd ingesteld in 2015 in reactie op de instortende olieprijzen.

Shell bevestigde verder in de periode 2017-2020 voor minimaal 25 miljard dollar aan eigen aandelen in te gaan kopen. Het aandeleninkoopprogramma werd in 2015 bij de megaovername van het Britse gasbedrijf BG al aangekondigd.

CO2-voetafdruk verkleinen

Shell-topman Ben van Beurden sprak dinsdagochtend investeerders toe. Daarin deed hij zijn plannen uit de doeken om het resultaat voor aandeelhouders te vergroten, de vrije kasstroom op te krikken en de CO2-uitstoot te verlagen.

Shell wil de CO2-voetafdruk die voortkomt uit het gebruik van zijn energieproducten aanpakken. Eerder had het bedrijf alleen CO2-doelstellingen voor de productie.

Nu kondigde het ook concrete periodieke doelen aan om de uitstoot van gebruik van Shell-producten uiteindelijk te halveren in 2050. Ook wil het bedrijf, dat onder druk staat van een groep 'groene aandeelhouders', zijn investeringen in duurzame energie ophogen.

Van Beurden verhoogde de verwachtingen voor de vrije kasstroom op eigen kracht, dus exclusief overnames, naar 25 miljard tot 30 miljard dollar bij een olieprijs van 60 dollar per vat. Het doel voor de komende jaren werd in 2016 nog 5 miljard dollar lager ingeschat.

Shell kondigde bij de overname van BG aan voor 30 miljard dollar aan bezittingen af te stoten in de periode tot 2018. Dat desinvesteringsprogramma is bijna afgerond.

Eerder gaf branchegenoot BP al blijk van de verbeterde omstandigheden op de oliemarkt. Het bedrijf kondigde een nieuw aandeleninkoopprogramma aan. Ook de kleinere speler Statoil schrapte zijn keuzedividend en het Spaanse Total kondigde eveneens wijzigingen in zijn dividendbeleid aan.