Overnemen, reorganiseren, eventueel opknippen en weer doorverkopen. Met dit
truukje veroorzaken opkoopmaatschappijen sinds enkele jaren de nodige ophef
bij Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Zogenoemde private
equity-investeerders haalden onder meer warenhuisconcern Vendex (2004) en en
informatiespecialist VNU (2006) van de beurs.
Particuliere beleggers kunnen al enkele jaren indirect meedoen met
private equity-investeerders. Beleggingsfondsen zoals Robeco Private Equity
en het Aegon Private Equity Fund beleggen in fondsen van durfinvesteerders
die weer geld steken in niet-beursgenoteerde ondernemingen.
Sinds kort brengen enkele grote namen uit de wereld van de opkopers ook zelf
beleggingsfondsen naar de Amsterdamse beurs. In mei 2006 lanceerde één van
de oudste private equitybedrijven, Kohlberg Kravis & Roberts (KKR), het
fonds KKR Private Equity Investors in Amsterdam. KKR-oprichter Henry Kravis,
als sinds 1976 actief in het vak, is direct betrokken bij het beheer van het
fonds. In juni 2006 volgde durfinvesteerder Apollo met een eigen fonds: AP
Alternative Assets.
Op 28 juni aanstaande wil een derde Amerikaanse opkoopspecialist,
Carlyle, met een eigen fonds naar de Amsterdamse beurs. Carlyle was onder
meer betrokken bij de beursexit van oliedrijf Petroplus. Met het fonds
Carlyle Capital Corporation wil de durfinvesteerder maximaal 525 miljoen
euro ophalen.
Een maand na Carlyle, introduceert zakenbank Lehman een private equity-fonds
op het Damrak. Het fonds, dat op 25 juli een notering moet krijgen in
Amsterdam, wil voor 370 miljoen euro participatiebewijzen uitgeven.
Hoe interessant zijn deze fondsen voor particuliere beleggers? Private
equity-investeerders werken niet met breed gespreide beleggingen, maar
kiezen juist een beperkt aantal ondernemingen waarvan ze de winstgevendheid
flink proberen op te schroeven.
Dat kan op verschillende manieren: door bedrijfsonderdelen op te knippen en
afzonderlijk te verkopen, door in een vroeg stadium te investeren in
veelbelovende starters en via financiële manipulatie. Bij dat laatste gaat
het vooral om de financiering van investeringen. Private
equity-maatschappijen verhogen het rendement op hun investeringen door zelf
veel te lenen. Vooral als de rente laag is pakt dat gunstig uit.
Hamvraag is uiteraard of de jacht op verborgen pareltjes meer oplevert
dan een breed gespreide investering in aandelen via een indexfonds. Uit een
recente publicatie van de Europese lobbyclub van durfinvesteerders EVCA
blijkt dat het rendement van private equity vooral in het recente verleden
spectaculair is. Europese private equity-fondsen boekten afgelopen jaar een
gemiddeld rendement van liefst 36 procent. Gemeten over drie jaar was het
rendement al wat lager: 13 procent per jaar.
Voor de langetermijnbelegger ogen de prestaties van private equity-fondsen
minder spannend. Sinds 1980 bedraagt het gemiddelde rendement van Europese
fondsen 10,8 procent per jaar, aldus lobbyclub EVCA. Daarmee komt private
equity dicht in de buurt van de opbrengst van breed gespreide
aandelenbeleggingen. Het lange-termijnrendement van aandelen bedraagt
volgens de meeste experts namelijk ongeveer 10 procent.
De beste 25 procent van de private equity-fondsen presteert beter, met
een gemiddeld historisch rendement van 23,3 procent. Maar voor de
particuliere belegger biedt dat geen soelaas. Vooraf weet je immers nooit
zeker welk fonds over tien of twintig jaar tot de toppers behoort. Drie van
de vier keer zit je ernaast.
De Amerikaanse private equityfondsen die voor de Amsterdamse beurs hebben
gekozen, krijgen op korte termijn in ieder geval met twee risico's te maken:
de rente en de dollar. Het recente succes van durfinvesteerders valt deels
terug te voeren op de goedkope leningen waarmee ze hun aankopen konden
financieren. Sinds enkele maanden stijgt de kapitaalmarktrente echter. Zet
die opmars door, dan pakt dat ongunstig uit voor private equityfondsen.
Andere mogelijke spelbreker is de dollar. De Amsterdamse fondsen van
KKR en Apollo noteren in dollars. Bij de fondsen die Carlyle en Lehman de
komende weken naar de beurs brengen is dat niet anders. Dit zadelt
Nederlandse beleggers die in deze fondsen investeren met een acuut
wisselkoersrisico op. Daalt de dollar, dan valt het rendement in euro's
onmiddellijk lager uit. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook.
Kiezen voor private equity-fondsen vereist een groot vertrouwen in de
beheerders van deze fondsen. Die moeten in staat zijn om ook in moeilijke
omstandigheden de markt te verslaan. Alleen wie dat gelooft, kan rustig gaan
slapen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl