De turbo heeft de laatste paar jaar vooral bij de particuliere beleggers sterk
aan populariteit gewonnen. Niet voor niets, vindt Leo Rijnhout: ‘Ik vind de
turbo oprecht een prachtig product. Het zit goed in elkaar. Ik heb dan ook
veel waardering voor de bedenkers. Met name voor de belegger met een korte
horizon is het een mooi instrument om mee te beleggen.’
Rijnhout, die doceert aan de Hogeschool INHolland, schreef in 2003 het boek
Beleggen met opties waarin hij de werking van de optie uitlegt en
verschillende optiestrategieën verduidelijkt. Een boek over turbo’s is
daarom een logische opvolger. Er zijn inmiddels enkele instructieboekjes
over dit beleggingsproduct uitgegeven, maar een uitgebreid boek over de
werking van de turbo was er nog niet. Overigens kwam het idee niet uit de
hoge hoed van Rijnhout. ‘Mijn uitgever vroeg me of ik er trek in had om dit
te schrijven. Ik ben docent en ik vind dat beleggers gebaat zijn bij een
heldere uitleg, dus daarom wilde ik het graag doen.’
Gebrekkige kennis
Want aan de kennis van beleggers schort het nogal, vindt Rijnhout. De docent
gaf eerder voor beursplatform Euronext door het hele land heen lezingen over
beleggen. Toen al viel het hem op dat er beleggers zijn die al jaren actief
op de beurs handelen en toch niet exact weten waar ze in beleggen of hoe het
product werkt. ‘Uit diverse onderzoeken in de VS blijkt dat 90% van de
particuliere beleggers verlies maakt. Dat is nogal wat. Meestal komt dat
door gebrek aan kennis hoe producten precies in elkaar zitten.’
Beginnende beleggers adviseert hij eerst ‘droog te oefenen’ bij de diverse
beleggingstoernooien die op het internet zijn te vinden, zoals het
turbotoernooi en de optiecompetitie. ‘Dan heb je een veel beter idee hoe een
optie of turbo werkt en kun je echt aan de slag.’ In het boek legt Rijnhout
uit hoe een turbo of speeder in elkaar steekt.
Hij geeft voorbeelden van diverse strategieën en hij behandelt een aantal
scenario’s hoe een turbo kan aflopen. Daarnaast komt hij ook terug op enkele
optiestrategieën.
Rijnhout handelt zelf zowel in opties als turbo's. Al hebben de laatste zijn
voorkeur. 'Je hebt minder investering nodig om aan de slag te gaan', noemt
Rijnhout als eerste voordeel van de turbo. Want de uitgever van een turbo of
sprinter financiert een groot deel van de aankoop, alleen de kosten boven de
uitoefenprijs moeten worden betaald door de belegger.
Voordelen turbo
De derivaten lijken veel op een optie, maar met een groot verschil. Een optie
kent een aflooptijd, de zogeheten expiratiedatum, terwijl de sprinter
gebruikmaakt van een zogeheten 'stop-loss'. Daalt de onderliggende waarde
onder de afgegeven prijs, dan loopt de long af. Bij een short is het
omgekeerde het geval.
Zolang de stop-loss niet wordt gebroken, blijft de sprinter verhandelbaar. De
belegger moet alleen betalen voor het deel boven de stop-loss, de aankoop
wordt gefinancierd door de uitgevende partij. Eigenlijk wordt er dus belegd
met geleend geld.
Een ander voordeel van dit beleggingsinstrument is volgens Rijnhout dat de
belegger een simpele keus hoeft te maken. 'Het is omhoog of omlaag. Je hebt
eigenlijk geen adviseur meer nodig. Daarnaast zijn de transactiekosten
relatief laag.'
Ofschoon Rijnhout erg enthousiast is over het product turbo, vindt hij toch
dat beleggers een gespreide portefeuille moet aanhouden. Iets wat hij ook
zijn studenten voorhoudt. 'Vorige week kwam een student naar me toe die met
opties in één week een rendement van 33% had behaald. Dat is natuurlijk een
geweldig resultaat, maar met een portefeuille vol met opties was hij niet
geslaagd voor zijn opdracht.'
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl