De positie van Amsterdam als zetel van de optiehandel van de internationale
beurs NYSE Euronext staat op de tocht, vanwege de voorgenomen fusie van
Euronext met de beurs van Duitsland.

De twee fusiepartijen NYSE Euronext en Deutsche Börse moeten van de Europese
Commissie onderdelen afstoten, omdat ze anders gezamenlijk te dominant
worden. NYSE Euronext heeft voorgesteld om de handelsactiviteiten in
derivaten – zoals opties en termijncontracten – voor zover die plaatsvinden
in Parijs, Brussel en Amsterdam te verkopen.

Minister De Jager moet daar als lokale toezichthouder in Amsterdam toestemming
voor geven. Hij dreigt echter een veto uit te spreken, zo meldt Het
Financieele Dagblad donderdag 22 december.

De motivering van De Jager is vooral politiek. Als de optiehandel juridisch
bezien uit Amsterdam vertrekt, dan verliest Nederland als toezichthouder
invloed, ook in internationale discussies over regelgeving van financiële
markten.

Computers in Londen
Voor de werkgelegenheid zou het verlies van de optiebeurs echter beperkt
zijn. Bij Euronext Amsterdam werken 50 mensen voor de derivatentak. Het
feitelijke handelsplatform wordt bovendien aangestuurd vanuit Londen, waar
derivatenbeurs Liffe zetelt, eveneens onderdeel van NYSE Euronext.

De meeste Nederlandse werkgelegenheid zit voor de optiehandel bij banken en
optiehuizen die bemiddelen voor particuliere beleggers, aldus het FD
. Voor deze partijen maakt het echter niet veel uit of Nederland juridisch
de toezichthouder is op het beursplatform voor opties.

Lees ook:

'TOM duikt onder prijzen Euronext'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl