In euro’s gemeten nam het begrotingstekort van de vijftien eurolanden af van
meer dan 111 miljard euro in 2006 naar 55 miljard euro in 2007. Het
gemiddelde begrotingstekort van de 27 landen van de Europese Unie nam vorig
jaar af naar 0,9 procent van de totale inkomsten van de EU. In 2006 bedroeg
het Europese tekort nog 1,4 procent.
Het grootste begrotingstekort binnen de EU werd in 2007 opnieuw gemeten
in Hongarije (min 5,5 procent). Groot-Brittannië had een tekort van 2,9
procent en Griekenland 2,8 procent. Het hoogste overschot op de begroting
binnen de EU werd gerealiseerd door Finland (plus 5,3 procent) en Denemarken
(plus 4,4 procent). Nederland had vorig jaar een overschot op de begroting
van 0,4 procent.
Ook de staatsschulden van de eurolanden namen af in 2007, naar gemiddeld 66,3
procent van het bbp in vergelijking met 68,4 procent in 2006. In euro’s kwam
het totale schuldbedrag van de eurolanden aan het einde van 2007 uit op 5911
miljard euro.
Binnen de gehele EU nam de totale staatsschuld af naar 58,7 procent van de
Europese economie. Dat was nog 61,2 procent in 2006. In absolute bedragen
nam de staatsschuld van de EU-landen wel toe. Het totale schuldbedrag van de
EU-landen bedroeg vorig jaar 7240 miljard euro, vergeleken met 7150 miljard
euro in 2006.
Italië heeft de hoogste staatsschuld van alle EU-landen. Het land
is nog een bedrag schuldig overeenkomstig met 104 procent van de Italiaanse
economie, ofwel 1596 miljard euro. In 2006 was dit nog 106 procent.
Het land met de laagste staatsschuld was in 2007 opnieuw Estland, met 3,4
procent van zijn bbp. Luxemburg heeft een schuld van 6,8 procent. De
staatsschuld van Nederland bedroeg 45,4 procent van het bpp, vergeleken met
47,9 procent in 2006. Daarmee heeft Nederland een schuld van bijna 254
miljard euro.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl