De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal met 0,6 procent gekrompen ten opzichte van de voorgaande periode.

Dat blijkt uit een tweede raming die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag naar buiten heeft gebracht.

Medio mei werd voor die periode nog een krimp met 1,4 procent gemeld. Sindsdien heeft het CBS echter nieuwe richtlijnen ingevoerd voor de berekening van de omvang van de economie.

economie

Een belangrijk verschil is dat de aardgassector, die door de zachte winter een relatief zwak eerste kwartaal kende, nu minder gewicht in de schaal legt. Het belang van bijvoorbeeld de elektrotechnische industrie is juist opgeschaald.

Ook nieuwe gegevens over de horeca en zakelijke dienstverlening hebben de tweede raming beïnvloed. Die sectoren blijken het in de eerste maanden van 2014 beter te hebben gedaan dan eerder op grond van een beperktere hoeveelheid gegevens werd verondersteld. In welke mate de twee genoemde factoren hebben bijgedragen aan de bijstelling van het krimpcijfer, kon het CBS niet precies aangeven.

'Onderliggend weinig veranderd'

Volgens econoom Peter Hein van Mulligen van het statistiekbureau is aan het onderliggende beeld van de economie ten opzichte van de eerste raming weinig veranderd. Dat de aanpassing cijfermatig zo fors uitvalt, komt doordat uitgerekend in het kwartaal waarin de nieuwe meetmethode voor het eerst is toegepast, de aardgasproductie zo'n belangrijke rol speelde. "In een zomerkwartaal zou de aanpassing veel kleiner zijn geweest'', zei Van Mulligen.

De lage bijdrage van de aardgassector in het eerste kwartaal is en blijft volgens de econoom een incident. "En dat incident blijkt minder erg te zijn geweest dan gedacht''.

Cijfers afgelopen jaren ook beter

De nieuwe rekenmethode leidt ook tot rooskleurigere economische cijfers over de afgelopen jaren. Zo groeide de economie in 2011 met 1,7 procent in plaats van de eerder gemelde 0,9 procent. In 2012 en 2013 kromp de economie met achtereenvolgens 1,6 en 0,7 procent. Dat was eerder 1,2 en 0,8 procent.

Dat betekent volgens Van Mulligen niet dat de economische crisis minder erg is geweest dan gedacht. De recessies van de afgelopen jaren blijven gewoon in de boeken staan, zei hij.

Overheidstekort 2013 naar beneden bijgesteld

Ook het overheidstekort en de overheidsschuld over 2013 komen volgens de nieuwste berekeningen van het CBS lager uit dan in de eerste raming die in maart werd gepubliceerd. Het tekort bedroeg vorig jaar 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Daarmee ligt het nog verder onder de Europese 3-procentsnorm dan in de eerste raming, die in maart op 2,5 procent uitkwam.

Het CBS verklaart de bijstelling doordat in de laatste berekening de nationalisatie van SNS Reaal anders in het tekort is verwerkt, er nieuwe internationale richtlijnen zijn toegepast en de recentste gegevens zijn gebruikt.

Ook de overheidsschuld over 2013 komt nu lager uit: 68,6 procent in plaats van 73,5 procent van het bbp. De schuld is dus minder ver verwijderd van de norm van 60 procent, aldus het statistiekbureau.

De kapitaalinjecties in SNS Reaal en het afsplitsen van de vastgoedtak van de bank verhoogden het overheidstekort met 1,1 miljard euro. Dat komt overeen met 0,2 procent van het bbp. De toepassing van nieuwe richtlijnen en de verwerking van recentere gegevens hadden juist een gunstig effect, in beide gevallen 0,2 procent.

Lees ook

Krimp economie bij start 2014: waarom we (nog) niet moeten schrikken

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl