Wie fiscaal vriendelijk wil sparen voor zijn beleggingshypotheek of pensioen hoeft niet langer verplicht te winkelen bij een verzekeraar. Ook banken mogen deze markt betreden. De Eerste Kamer gaf deze week groen licht voor banksparen.
Voorstanders reppen over lagere kosten, meer transparantie en meer flexibiliteit. Z24 trekt de vermeende voordelen na.
‘Banksparen is goedkoper’
Lagere kosten voor de consument: daar was het allemaal om begonnen. Verzekeraars zouden schaamteloos misbruik maken van hun monopoliepositie in lijfrentes en levensverzekeringen voor hypotheken, door ongestraft hogere kosten te vragen. Er was voor de consument immers geen alternatief.
Met de wet die banksparen mogelijk maakt, wordt het monopolie van verzekeraars doorbroken. Consumenten zijn niet langer gedwongen ook een verzekering te nemen. Idee is dat er zo ook minder geld naar tussenpersonen vloeit, omdat zij voor bancaire producten veelal buitenspel worden gezet. Kortom: winst voor de consument.
Toch ligt het genuanceerder.
“Kijk uit voor verborgen kosten”, waarschuwt Annemarie van Amelrooij, secretaris van de Vereniging Onafhankelijke Financiële Planners. Wie kiest voor een ‘beleggingsrecht eigen woning’ (BEW), de bancaire tegenhanger van de kapitaalverzekering, mag van de aanbieder mogelijk alleen kiezen uit enkele beleggingsfondsen met een hoge beheervergoeding. “Dan gaan alle kostenvoordelen verloren.”
Met een BEW spaar je de kosten van een overlijdensrisicoverzekering uit, maar het is de vraag of je dat altijd moet willen. Wie zijn partner niet onverzorgd wil achterlaten, moet een losse overlijdensverzekering afsluiten. Belangrijk is dan om uit te zoeken of die goedkoper is dan een verzekering die bijvoorbeeld in een lijfrente zit bijgesloten.
Verder is nog niet duidelijk hoe de kosten van banken precies gaan uitpakken. Ze moeten bij het uitkeren van de opgebouwde tegoeden belasting inhouden. Dat is voor banken een nieuwe activiteit, waarvoor personeel moet worden aangetrokken. Daarnaast maken ook banken reclame om bankspaarproducten aan de man te brengen. Al deze kosten worden doorberekend aan de klant.
‘Banksparen levert meer rendement op’
Behalve de kosten zijn natuurlijk ook de opbrengsten van belang. Ga je met pensioen en kun je oogsten, dan ben je in geval van een vroege dood beter af met een bancair product. Banken keren het opgebouwde vermogen aan de nabestaanden uit.
Verzekeraars doen dat niet. Het opgespaarde geld van klanten die vroeg overlijden wordt gebruikt om de uitkering aan honderdjarigen te bekostigen.
Wie hoogbejaard wordt, is daarom beter af bij een verzekeraar. Die keert levenslang uit als je het opgebouwde lijfrentekapitaal omzet in een levenslange uitkering. Bij de bank is de uitkeringsduur begrensd op twintig jaar. Vanaf je 85ste levensjaar stopt de uitkering en wordt schraalhans keukenmeester.
Welk product het meest geschikt is, valt op voorhand niet te zeggen. Je moet zelf een inschatting maken van je levensverwachting.
‘Banksparen zorgt voor flexibiliteit’
Banksparen vergroot de keuzevrijheid van de consument. Die kan immers ook bij een bank aankloppen en kiezen of hij wel of geen overlijdensrisicoverzekering neemt.
Maar banksparen biedt (net als de verzekeringsvariant) ook veel beperkingen. Je mag het opgebouwde tegoed bijvoorbeeld niet aanwenden voor een wereldreis, maar alleen voor je hypotheek of pensioen. Anders vervalt het fiscale voordeel.
Wie voor de hypotheek spaart, moet bovendien minimaal vijftien jaar inleggen en is ook gebonden aan een maximum inleg per jaar.
Spaar je voor je pensioen en besluit je eerder te stoppen met werken, dan moet je de rit tot je 65ste verjaardag uitzitten voor het slot van je geblokkeerde rekening gaat.
Ofwel: om de fiscale voordelen te kunnen genieten, gaat de bankspaarder aan de ketting. Dat kan voor problemen zorgen als je bijvoorbeeld gaat scheiden of werkloos wordt. Kun je dan nog aan je inlegverplichtingen voldoen?
Wie baas wil zijn over zijn eigen spaargeld, kan wellicht beter gewoon sparen of beleggen. Al gaat die vrijheid natuurlijk wel ten koste van het fiscale voordeel.
‘Banksparen zorgt voor meer transparantie’
Lijfrentes en kapitaalverzekeringen voor een hypotheek zijn vaak ondoorzichtig. Het is lastig te zien hoe hoog de kosten zijn en hoe deze worden uitgesmeerd. Naar verwachting is de kostenstructuur van bankspaarproducten transparanter, omdat het verzekeringselement wordt losgekoppeld.
Maar de kans is groot dat banken straks gecombineerde producten gaan aanbieden, zodat mogelijk nog steeds onhelder is hoe het product precies in elkaar zit.
Lees daarom de bijsluiter kritisch door en let ook op indirecte kosten, zoals beheer, aan- en verkoopkosten. Niet iedereen doet dat, merkt Frank Oberts, financieel planner bij Jackson Steinem & Co. “Veel consumenten luisteren alleen naar een reclamepraatje van een adviseur en laten de bijsluiter links liggen.”
Let op de kleine lettertjes
Eén ding ís duidelijk: Nederland mag vanaf 1 januari banksparen. Maar wie interesse heeft, kan beter eerst afwachten waar banken precies mee komen. Als er een goed aanbod ligt, loont het om bijsluiters te vergelijken. En natuurlijk de kleine lettertjes goed lezen, om onaangename verrassingen te voorkomen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl