Waarom haat je je baan? En belangrijker nog: zijn er onderdelen van dat werk, waar je juist wel van houdt?

Dit zijn belangrijke vragen om jezelf te stellen, als je overweegt ontslag te nemen en elders aan de slag te gaan. Dat vertelt Marcus Buckingham aan Insider. De bedrijfsconsultant, onderzoeker en zelfhulpauteur legt uit dat uitgebluste werknemers vaak dezelfde fout maken, als zij ervoor kiezen ontslag te nemen van een baan die ze niet meer zien zitten.

“De fout is dat mensen denken dat alles anders en beter zal zijn bij een nieuw bedrijf”, vertelt Buckingham. “De meeste bedrijven functioneren echter op dezelfde manier als je huidige werkgever.”

Maar wat moet je dan wel doen als ontevreden werknemer? Buckingham noemt drie dingen.

'Ga op zoek naar jezelf'

Natuurlijk zijn er de wittebroodsweken waarin je als nieuwe werknemer bij je nieuwe werkgever meer betrokken en productief bent, beaamt Buckingham. Waarschijnlijk zul je echter al snel nadelen opmerken die er ook bij je vorige baan waren. Je zult immers vergelijkbaar werk doen in dezelfde branche, legt Buckingham uit.

Wat je je als gedesillusioneerde werknemer moet realiseren bij het wisselen van baan, is dat je niet op zoek gaat naar een nieuwe baan, "maar naar jezelf". Dat klinkt behoorlijk zweverig, maar volgens Buckingham moet je eerst de kanten van het werk identificeren waar je van houdt en waar je het meest van geniet (en dus ook wat je afschuwelijk vindt), voordat je gaat solliciteren op een nieuwe baan.

Zoek datgene waarvan je houdt voor een prettige carrière

Wetenschappers houden zich al decennia bezig met het begrijpen van het verband tussen geluk en werkprestaties. Er is bewijs dat gelukkige werknemers harder werken, productiever zijn en minder snel ontslag nemen.

Andere onderzoekers onderstrepen het feit dat geluk als fenomeen moeilijk te meten is, en dat het najagen ervan in potentie nadelig kan uitpakken. Zo kan een obsessie met geluk mensen tot wanhoop drijven, omdat het zo'n ongrijpbaar concept is.

Vind de rode draad

Buckingham is onderzoeker bij het ADP Research Institute. Deze organisatie onderzoekt de trends op het gebied van werkgelegenheid.

In zijn meest recente boek 'Love+Work: How to Find What You Love, Love What You Do, and Do It for the Rest of Your Life' betoogt Buckingham dat mensen gelukkiger worden als ze hun 'rode draden' volgen. Dit zijn de kleine onderdelen van hun beroep waar ze het meest van genieten of door worden aangetrokken.

Stel: je wordt 's ochtends wakker en je wordt al blij van het vooruitzicht om te bellen met je klanten. Of misschien merk je dat de tijd voorbij vliegt wanneer je onderzoek doet naar opkomende markten. Dat zijn rode draden, en die zijn volgens Buckingham voor iedereen anders.

"Als je nog nooit nagedacht hebt over je rode draden of als je niet weet wat je leuk vond aan de banen die je hebt gehad, dan zul je geen echt plezier krijgen van een nieuwe baan", zegt Buckingham.

De oplossing om gelukkig te worden is dan niet om van baan te wisselen, maar om meer tijd te investeren in het vinden en cultiveren van de rode draden in je huidige werk. Volgens Buckingham helpt dit om te begrijpen in wat voor baan je eigenlijk denkt vast te zitten, en of die niet alsnog bij je past.

Wanneer het tijd is om ontslag te nemen

Het kan zomaar zijn dat als je de 'rode draden' eenmaal gevonden hebt, je huidige baan nog steeds rot is. Dat je nog steeds met tegenzin de kantoortuin betreedt, of met lood in de schoenen elke ochtend de auto instapt. Dat kan, geeft Buckingham toe. Maar dan weet je in ieder geval wat de dingen zijn waar je in je werk naar zoekt, en wat niet.

Er is volgens Buckingham ook een andere "wijze beslissing", die niks te maken heeft met het volgen van rode draden. "Als je een leidinggevende hebt die niet de moeite neemt om je te leren kennen, of zich niet om de werknemers bekommert, dan is dat een reden om ontslag te nemen. Want je gewaardeerd voelen, is een belangrijk aspect van je werk", legt Buckingham uit.

LEES OOK: Dit zijn de 10 populairste werkgevers in Nederland: Rijksoverheid aan kop, Shell op derde plek